Ons Erfdeel. Jaargang 11(1967-1968)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] [Koos Schuur] de oude koning Wij gingen huiswaarts en de nacht was diep, de straten waren eindloos en verlaten; een man, die rustloos aan een venster sliep, lag angstig en verward te praten. En op de weg naar onze woning stond gans alleen en levensgroot het standbeeld van een oude koning, dien men een grote naam gaf na zijn dood. Temidden van het volk, dat lag te slapen, hield hij de wacht en was paraat en klemde in de rechterhand zijn wapen en joeg zijn blik steeds door dezelfde straat, alsof vandaar de vijand nog moest komen - juist nu, in deze zachte lentenacht. Wij liepen langs hem heen te dromen en hebben geen moment aan hem gedacht. Koos Schuur (uit: Herfst, Hoos en Hagel, 1946) [pagina 89] [p. 89] le vieux roi Nous rentrions par une nuit profonde. Les rues étaient désertes et sans fin. Un dormeur las, le long d'une rotonde, disait des mots craintifs, vague refrain. Et se dressait, tout droit, grandeur nature là sur le chemin de notre maison, le bronze d'un vieux roi de fière allure à qui sa mort valut un grand renom. Il semblait veiller et montait la garde, au milieu du peuple au sommeil livré. Et de son épée il tenait la garde, ses regards fixés au fond du pavé, comme si l'ennemi devait paraître à cet instant même, en la tendre nuit. Nous l'avons longé de nos pas de rêve, sans même penser un moment à lui. Koos Schuur (traduit par André Piot) Vorige Volgende