Ons Erfdeel. Jaargang 11
(1967-1968)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 16]
| |
Koos Schuur.
Simon Vinkenoog.
Pierre H. Dubois.
Simon Vestdijk.
| |
[pagina 17]
| |
oost-west, zuid best?
| |
Het verschil tussen Noord en Zuid.Men zou tegen de formulering van die vraag kunnen opwerpen, dat ze uitgaat van een onderscheid. Niets kon evenwel de geïnterviewden verhinderen te antwoorden dat er geen verschil is. Slechts twee auteurs hebben dat gedaan. Koos Schuur antwoordde zonder omwegen: ‘Op dit ogenblik is er geen verschil meer’. Simon Vinkenoog zei dat er alleen een verschil in ‘tong-val’ is: ‘Die van één provincie naast een andere provincie. Straks behoren wij trouwens tot de Verenigde Staten van Europa. Er zullen geen grenzen meer zijn, geen oorlogen.’
Onder de tien anderen zijn er drie die in | |
[pagina 18]
| |
Johan Fabricius.
Clare Lennart.
Heere Heeresma.
Hella Haasse.
België hebben gewoond. Pierre H. Dubois verbleef van 1941 tot 1949 in Brussel, waar hij in 1941 huwde met een meisje uit Gent. Hij was in België werkzaam als journalist en had na W.O. II de leiding van de kunstredaktie van het weekblad De Spectator. De twee wereldreizigers Johan Fabricius en A. den Doolaard hebben eveneens in België gewoond. Johan Fabricius verbleef van 1936 tot 1940 in Antwerpen. A. den Doolaard, die reeds vóór het uitbreken van W.O.II in geen goed blaadje stond bij de Nazi's, had in 1940 een onderkomen gevonden in Heide-Kalmthout, waar hij tweemaal voor een periode van een half jaar woonde.
Ook andere auteurs hebben altijd nauwe betrekkingen gehad met het Zuiden. Sedert 1936 behoort Jan Engelman tot de redaktie van Dietsche Warande en Belfort, het in het Zuiden uitgegeven tijdschrift dat in 1900 ontstond door de versmelting van de in 1885 door Josef A. Alberdingk Thijm gestichte Dietsche Warande met het in 1886 opgerichte Belfort. In 1945 trak ook Anton van Duinkerken toe tot die redaktie. Simon Vestdijk behoorde tot de Nederlandse redaktie van het tijdschrift Forum, dat van 1934 tot 1935 ook een Vlaamse redaktie had. Harry Mulisch stichtte in 1961 met Simon Vinkenoog en de Vlamingen Hugo Claus en Ivo Michiels het in Nederland uitgegeven tijdschrift Randstad.
Wat was nu het antwoord van de tien auteurs die een verschil zien tussen de Noordnederlandse en de Zuidnederlandse literatuur?
Pierre H. Dubois bleek het zo te zien: ‘De Zuidnederlandse literatuur heeft een sterker vitaal instinkt. Als dat gepaard gaat met intelligentie, wat lang niet altijd het geval is, kost het mij geen moeite een Vlaamse auteur boven een Nederlander te verkiezen. Maar de literatuur is gelukkig geen kwestie van kompetitie. Het verschil in taal tussen Noord en Zuid wordt hoe langer hoe kleiner in de literatuur. De wisselwerking tussen Noord en Zuid is, na een trage ontwikkeling, versneld door de versnelde evolutie in Vlaanderen. Er blijft natuurlijk een verschil in volksaard. Wij zijn droger, koeler, cerebraler. Tot vóór de jongste oorlog waren er praktisch geen essayisten in Vlaanderen. Op dit moment zijn er in Nederland geen, in Vlaanderen wel.’
Simon Vestdijk bleek er ongeveer dezelfde mening op na te houden. Hij vindt de Vlamingen betere romanciers wegens ‘de warme levenshouding en de grotere integratie met de medemens en de levensverschijnselen’. ‘Een figuur als Hugo Claus hebben | |
[pagina 19]
| |
wij in Nederland niet,’ voegde hij eraan toe.
Johan Fabricius zei mij: ‘Soms zijn de Vlamingen meer “Nederlands” dan wij, tegenwoordig hellen ze zelfs naar het cerebrale over.’
Clare Lennart zei: ‘Voorzover ik het kan beoordelen - ik heb lang niet alles gelezen - is de Vlaamse literatuur toch altijd nog hechter geworteld in het gewone mensenleven. Je zou kunnen zeggen: de Vlamingen hebben nog altijd iets meer plezier in hun eigen leven en in het boeiend en kleurig schouwspel van het leven in het algemeen. Zelfs als ze er hun gal over uitspugen.’
Heere Heeresma antwoordde: ‘Misschien zou je kunnen zeggen, wanneer we gemakshalve het Nederlands als een huwelijk willen zien, dat het Noordnederlands het mannelijk en het Zuidnederlands het vrouwelijk element vertegenwoordigt. Tegenover de idee, de abstraktie, het intellectualisme: het aardgebondene, concrete, het emotionele, het is-wat-het-is.’
Het antwoord van Hella Haasse: ‘De Noordnederlandse poëzie is “groter”, het Zuidnederlandse proza daarentegen is m.i. belangrijker: een ruimere aanpak, meer zicht op de buitenwereld; volwassener wat problematiek betreft.’
Ook Jan Engelman, die in zijn jeugd de invloed ondergaan heeft van de ‘Vlaamse’ humanitair-ekspressionistische poëzie maakt dat onderscheid: ‘Over het algemeen is de poëzie in het Noorden beter dan het proza, in het Zuiden is het omgekeerd... De Noordnederlandse romanciers hebben zich te veel verwijderd van de niet-artistieke milieus. Bij hen ontbreekt vooral de natuurlijke dialoog. Die vind ik wel bij Couperus.’
Ik zei hem dat zijn opmerking mij verbaasde en voegde eraan toe: ‘In het Zuiden vinden wij altijd dat de Nederlanders zo vlot kunnen praten, terwijl de Vlamingen in vele gevallen moeite hebben om ongedwongen ‘beschaafd’ te spreken.
‘Nu u het zegt vind ik het ook vreemd’, antwoordde hij, ‘maar bedenk wel, dat een geschreven dialoog, hoe dan ook, altijd een stilering blijft. Het is te hopen dat de Vlamingen, die met alle geweld “Algemeen Beschaafd” wensen, daarbij hun markante, zeer levende volks-uitdrukkingen niet verliezen.’
Het antwoord van Den Doolaard ging dezelfde richting uit: ‘Ik geloof dat men in het Zuiden kan werken met een veel rijker taalinstrument en dat men minder teoretisch tewerk gaat. In het Noorden mogen alleen bepaalde dingen literatuur zijn. Er zijn veel kritici hier, die doodsbenauwd zijn om voor achterlijk of ouderwets gehouden te worden.’
Tevoren had hij reeds gezegd: ‘Tegenwoordig, altans in Noord-Nederland, is het geliefkoosde genre een ik-boek dat door de uitgever met het woord “roman” wordt versierd, hoewel het helemaal geen roman is. Ik vind mijzelf niet interessant genoeg om een boek over mijzelf te schrijven. Men kan wel facetten van zichzelf weergeven.’
‘Terwijl in Nederland de sociale roman, evenals de familieroman en de streekroman, volkomen dood is’, zei hij nog, ‘leeft hij in het Vlaamse taalgebied nog wel degelijk, zoals bij Boon en Van Aken.’
Hij ging verder: ‘Ik vind de Vlaamse literatuur veel rijker, net zoals de Vlaamse taal. Ik heb altijd “het juiste woord” van Prof. Brouwers op mijn lessenaar liggen. Als ik dan een aantal bladzijden geschreven heb, dan heb ik bijvoorbeeld op één bladzijde drie keer hetzelfde woord staan; als ik dan niet zo gauw een ander woord vinden kan, zoek ik even in dat dikke boek van Brouwers. Dan zijn er een aantal woorden onder, waarvan mijn uitgever zou zeggen: dit is Vlaams, dit is geen Nederlands. Hoewel het aanstellerig zou lijken in een Nederlands boek zeer veel Vlaamse woorden te gebruiken, moet men die dingen toch nooit absoluut zien. Ik zou het betreuren dat we treffende Vlaamse woordvormen en onomatopeeën zouden moeten gaan weren.’
Anton van Duinkerken ziet tussen de Noordnederlandse en de Zuidnederlandse literatuur hetzelfde verschil ‘als in de algemene omgangsvormen’. Hij omschreef het nader met de volgende woorden:
‘En dan zie ik, over het geheel gesproken, bij de Vlamingen een hechter aaneengesloten vertellersgave en -behoefte, die heel wijd uit elkaar loopt. Het is natuurlijk onzin te zeggen dat Maurice Gilliams net eender vertelt als Ernest Claes, of weer op een ander niveau Willem Elsschot. Maar allen hebben toch die grotere vertellersbehoefte en daardoor een grotere maatschappelijke verbondenheid met elkaar door sociale geledingen en standen heen.’
Ik vroeg hem of hij ook meent dat de Noordnederlandse poëzie belangrijker is dan de Zuidnederlandse.
‘Als je voor de dag kunt komen met Gezelle, zei hij, dan kun je hier heel wat weg laten vallen. Over het algemeen is Vlaanderen poëtisch amechtiger... u kunt het volhouden... ik geloof dat het de Hollandse | |
[pagina 20]
| |
Jan Engelman.
A. den Doolaard.
Anton van Duinkerken.
Harry Mulisch.
opvatting is... maar, Gezelle is er dan toch, Van de Woestijne, Van Langendonck, Van Ostaijen! En hoelang duurt de aanwezigheid van een dichter?’
Harry Mulisch vindt de Noordnederlandse literatuur meer naturalistisch dan de Zuidnederlandse. Wat hij met die term bedoelt, maakte hij als volgt duidelijk:
‘Hoe geniaal ook, de Noordnederlandse schrijvers komen niet los van de dingen, ze blijven er vlakbij. Bruegel en Bosch zijn losser dan Vermeer. Hoe meer wij naar het zuiden gaan, hoe losser men wordt. Dat heeft niets met een kwalifikatie te maken. Pieter Bruegel is niet beter dan Vermeer, maar anders. Het verschil tussen Noord en Zuid is, dat hetgeen tweederangs is in het Zuiden, zowel in de schilderkunst als in de literatuur, toch nog goed is.’
Als men de punten van overeenkomst in de verschillende antwoorden zou optellen, dan zou men de gemiddelde mening van Noord over Zuid ongeveer aldus kunnen formuleren: de Zuidnederlandse literatuur heeft dieper wortel geschoten in en is emotioneel sterker verbonden met het leven in de gemeenschap waaruit zij is gegroeid; zij straalt een grotere levenswarmte uit, maar evolueert in een meer celebrale richting; in het proza heeft ze een hoger niveau bereikt dan in de poëzie. Die samengevatte formulering dient vanzelfsprekend niet te worden beschouwd als een toverformule, maar als een simplifikatie van de formuleringen van slechts twaalf Nederlandse auteurs. In hoeverre zij de gangbare mening vertolkt, is moeilijk uit te maken.
In de loop van de gesprekken werden vanzelfsprekend verscheidene namen genoemd van Vlaamse auteurs die om de een of andere reden bijzonder werden gewaardeerd. Zonder dat ik daaruit verregaande konkluzies zou willen trekken, wil ik terloops toch vermelden dat zeven van de dertien auteurs Hugo Claus vernoemden, vijf Willem Elsschot, Herman Teirlinck en Gerard Walschap, vier Marnix Gijsen, Maurice Gilliams en Hugo Raes, drie L.P. Boon, Raymond Brulez, Paul De Wispelaere, Guido Gezelle, Ward Ruyslinck, Stijn Streuvels, Felix Timmermans en Karel van de Woestijne. Dat de betekenis daarvan zeer relatief is, moge o.m. blijken uit het feit dat Bertus Aafjes aan de ene kant zijn bewondering uitsprak voor het proza van Karel van de Woestijne en aan de andere kant zijn sterke waardering voor de poëzie in het werk van Felix Timmermans. Toch kan het geen toeval heten, dat er meer namen van prozaschrijvers werden vermeld dan van specifieke dichters. Daarbij dient echter ook | |
[pagina 21]
| |
de bedenking te worden gemaakt, dat er in het Noorden veel meer Vlaams proza werd en wordt uitgegeven dan Vlaamse poëzie. Dat het proza van Vlaamse schrijvers dat niet door Noordnederlandse uitgevers werd gepubliceerd, minder bekend is in Nederland, mag evenmin uit het oog worden verloren. | |
Heimwee naar het Zuiden.Men hoeft slechts de eerste de beste boekwinkel in Nederland binnen te lopen om vast te stellen dat de Zuidnederlandse literatuur meer verspreid is in het Noorden dan de Noordnederlandse in het Zuiden. Er is voor de Nederlandse literatuur trouwens een ruimere boekenmarkt en een groter lezerspubliek in Nederland dan in België. Nu is het wel moeilijk om precies uit te maken of er in het Noorden over het algemeen ook een grotere waardering is voor de Zuidnederlandse schrijvers dan er in het Zuiden is voor de Noordnederlandse. Toch wil het mij, op grond van mijn ervaringen als interviewer, voorkomen dat dit het geval is. Ik wil de vraag in het midden laten of die grotere waardering gefundeerd is, maar het lijkt mij wel mogelijk een der oorzaken daarvan aan te wijzen.
Men zou het bijna als een natuurwet kunnen beschouwen, dat het heimwee naar het zuiden sterker wordt, hoe verder men ervan verwijderd is. Voor de Vlamingen begint ‘Het Zuiden’ geografisch in Brussel, voor de Nederlanders in Vlaanderen. Het begrip heeft een volkomen verschillende gevoelsinhoud voor beiden.
Het Franse kultuurimperialisme en het Vlaams verweer daartegen hebben voor een groot deel de onderlinge gevoelsverhoudingen tussen de Belgische staatsburgers bepaald en hebben tot gevolg gehad dat het heimwee naar het zuiden, voorzover het er is, zich meestal beperkt tot een verlangen naar een warmer klimaat, geschikt voor vakanties in de nabijheid van de Middellandse zee.
Voor de Nederlander is het heimwee naar het zuiden veel sterker: het wordt niet geremd door politieke en andere historische omstandigheden. De geest van verzet tegen een kultuur uit het zuiden, die gegroeid is uit de wil om de eigen kultuur te beveiligen, sterkt van dag tot dag meer het Vlaamse bewustzijn. De Vlaming heeft binnen de staatsgrenzen Bertus Aafjes
waarin hij leeft, voldoende protestmogelijkheden. Zijn ‘protest’ heeft geen objekt binnen zijn eigen volksgemeenschap, wat vanzelfsprekend niet uitsluit dat daarbinnen onenigheid bestaat over doel en middelen.
In Nederland is de situatie volkomen anders. Pas gedurende W.O.II heeft Nederland de gelegenheid gehad in het verzet te gaan tegen een objekt buiten de eigen volksgemeenschap. Sedertdien is het ‘protest’ gericht op objekten binnen die gemeenschap. Dat lijkt mij een van de redenen te zijn waarom het provotariaat zich sterker in Nederland manifesteert dan in België. Dat kan wellicht ook verklaren waarom er in het Noorden een Ik, Jan Cremer verschijnt en een enorm sukses heeft, en niet in het Zuiden, waar het verschijnsel meer op afstand wordt waargenomen en als feit wordt geregistreerd zonder meer.
In Nederland valt een ruim deel van de jongere generatie de traditionele mentaliteit, de rigoureusheid, de bekrompenheid, de schijnheiligheid van de gemiddelde Nederlander zelf aan. Ze heeft geen ander objektief.
De jongere generatie in Nederland en ook de meeste Nederlandse schrijvers zien in het begrip ‘Zuiden’ precies dat wat de traditie in het Noorden niet bezit: luchtigheid, losheid, ongedwongenheid. Die kenmerken vinden zij ook in de Zuidnederlandse literatuur. En dat lijkt mij nu precies een van de redenen te zijn waarom vooral het Vlaamse proza er zo sterk gewaardeerd wordt. Dat is mij duidelijk geworden bij mijn bezoek aan dertien Nederlandse auteurs.
Hebben de Nederlanders, die meer kosmopolitisch zijn dan de ‘bodemvaste’ Vlamingen, het ‘Oost-West, thuis best’ misschien vervangen door een ‘Oost-West, Zuid best’? |