De Haagse Comedie was weer ‘enig’
Ik heb me zelden in de schouwburg zo bekocht gevoeld en zo geërgerd, ik heb zelden zoveel moeite gehad te blijven en niet weg te lopen, als bij de twee eenakters die de Haagse Comedie ten tonele voerde. En de voorstelling was praktisch uitverkocht, want elk toneelminnend lid van de society was erop uitgekomen. Ik kan de twee eenakters dan ook van harte aanbevelen aan elke amateur toneelgroep met aanhang, die zo graag eigen sterren een leuke rol wil laten spelen, waarmee men kan lachen volgens het bekende recept van: kijk Jan eens leuk zijn en wat doet Ans het weer enig! Of om het in Haagse termen te vertalen: wat was Myra weer aardig op dreef, en wat is Steye toch een groot akteur, wat is Guido toch een veelzijdige jongen en hoe kan Ingeborg zo typisch het dialekt van de werkvrouw imiteren en Gijsbert blijft toch altijd een echte aristokraat. Laat ik voor de niet-ingewijde in Haagse Kring (en gezien de opkomst in het zuien, strekt zich die uit tot in de provincie!) dit alles maar vertalen en toelichten: De Haagse Comedie speelde twee eenakters van Peter Schaffer onder de verzameltitel: Helder zien in het donker. De eerste eenakter is een wat mager verhaal rond een wat fantastische figuur, die in een Engels badplaatsje zich uitgeeft voor waarzeggende barones en in de tweede eenakter wordt het grapje toegepast van wisseling van licht en donker, waarbij het spelletje in het donker van vallen en opstaan, gooi- en smijtwerk in het volle licht voor de toeschouwers geschiedt. De bekende taart met slagroom die zo heerlijk in het gezicht gekwakt kan worden ontbrak helaas, maar de rest was er allemaal: vallen en opstaan, misgrepen en misverstanden enz. Een avondje onbezorgd plezier zoals dat heet. Maar voor mij hoeft het niet!