Herinnering
door Mevr. Dr. Olga Krijtova
Praag
Reeds dagen voor mijn vertrek naar Brussel bestudeerde ik het programma van het Tweede Colloquium en tot mijn schrik bemerkte ik dat het overvol was. Zou ik de gelegenheid krijgen om ook nog wat heerlijk door Brussel te zwerven, zodat ik deze stad, die ik nog nooit had bezocht, zou mogen leren kennen? Onnodige zorgen, dacht ik: de lezingen en diskussies zullen zeker niet alle even boeiend zijn, ik kan er dus gerust een hele middag tussen uit knijpen en opnieuw de sensatie van het ‘spijbelen’ ondergaan. Maar dat werd een misrekening. De lezingen wáren boeiend en ook de diskussies bleken interessant te zijn, zodat ik naar Praag terugkeerde zonder weliswaar veel van Brussel gezien te hebben, maar toch met het voldane gevoel dat ik elk uur van mijn verblijf in Brussel goed besteedde. Wat ik even belangrijk als het Colloquium zelf vond, waren de onderlinge gesprekken, het persoonlijk kontakt met verschillende meer ervaren kollega's, van wie heel wat te leren valt. Dit in gesprekken ‘sportief afkijken’ en voor je zelf vergelijken, had voor mij een bijzondere bekoring en het is de vraag of het bij een volgend Colloquium niet de moeite waard zou zijn een hele middag aan diskussies in kleine interesse-groepen (met overwegende belangstelling voor bv. linguistiek, letteren, vertalingen, tolken, enz.) te besteden.
De atmosfeer van het Colloquium was heel prettig. Na de vriendelijke ontvangst voelde ik me direkt thuis in Brussel. De verzorging was uitstekend en de ekskursie (jammer genoeg kon ik er slechts één dag aan deelnemen) was in één woord overrompelend. Dat de Vlamingen van gezelligheid, goed eten en drinken en hartelijke ‘onderonsjes’ houden, wist ik - dat ze zó gul ook anderen daarin betrekken, was voor mij een openbaring. Wat ik naast hun gastvrijheid evenzeer op prijs stel is hun zin voor humor, de kostelijke diskussie-bijdragen van Karel Jonckheere bijv. en de geestige toespraken bij andere gelegenheden waren daar een staaltje van.
Boeken en brochures die de deelnemers ontvingen, liggen nu op mijn bureau en vele indrukken zitten vastgeprent in mijn hoofd. In Tsjechoslowakije begint op het ogenblik dat ik dit schrijf een nieuw semester. Straks zullen de nieuwbakken studenten zich ‘met twee oren om te horen en twee ogen om te zien’ in hun nieuwe leervak gaan verdiepen. Nooit heb ik me nog zo verheugd op mijn leerlingen als dit jaar - en ook dat is een van de zeer positieve resultaten van het Tweede Colloquium. Leve het derde!