Ons Erfdeel. Jaargang 5
(1961-1962)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 51]
| |
[pagina 52]
| |
heid tot vergelijking met wat andere landen in de middeleeuwen voortbrachten, is in het leven geroepen.
Liliane Wouters zelf ziet dit werkje, dat Pierre Seghers smaakvol uitgaf, verlucht met talrijke oude etsen, als een eerste deel van een serie, waarin zij een keuze wil brengen van het waardevolle, dat in het Nederlands verschenen is.
Liliane Wouters werd geboren te Elsene op 5 februari 1930. Haar familie was afkomstig uit Veurne. Na haar studies voor onderwijzeres te Gijzegem, vestigde zij zich in haar geboortestad. Daar geeft zij nu reeds elf jaar les in het zesde leerjaar van de St.-Jozefsschool. Zij debuteerde in 1954 met de verzenbundel ‘La Marche Forcée’ en publiceerde later nog ‘Neuf’ en ‘Le Bois Sec’. Ongetwijfeld is zij een van de sterkste vertegenwoordigers van de Frans-Belgische poëzie.
Bij mijn weten bestaat er zelfs in het Nederlands geen bloemlezing die 'n even talrijke als rijke keuze Middel-Nederlandse teksten bevat. Alle meest bekende geestelijke en wereldlijke liederen zijn hier opgenomen, met daarnaast een groot aantal minder bekende, zoals het prachtig ‘Chant d'Amour’, fragmenten uit ‘Karel ende Elegast’, ‘Beatrijs’, ‘Van den Vos Reinaerde’, ‘Lancelot van Denemarken’, ‘Nu Noch’, ‘Elckerlyck’, verder gedichten van Hendrik van Veldeke, Gillebert de Berneville, (die schreef in het Middel-Frans), Jan van Brabant, Margaretha van Oostenrijk, Hadewych, Zuster Bertken, Jacob van Maerlant, Anthonis de Roovere, Cornelis Crul, Martijn van Torhout, Willem van Hildegaersbergh, Johannes Brugman, Anna Byns.
De teksten werden niet chronologisch, maar rond een bepaald thema gegroepeerd: de hoofse liefde en de vriendschap; de wereldlijke balladen en romances; de opvlucht van de ziel in het geestelijk lied; de vrijheidsgedachte; het kerstgebeuren; de doodsgedachte.
In zijn inleiding ‘Le Sablier Flamand’ analyseert Roger Bodart, die eveneens een goed dichter is, scherp maar geestdriftig de middeleeuwse Vlaming, té absoluut me dunkt, waar hij het Vlaamse volkskarakter, naar de woorden van Alain Bosquet ‘Dieu dans la peau et le diable au corps’ noemt. Voor Bodart is de Vlaming: Ruusbroec de wonderbaarlijke en Hadewych ‘cette chienne de Dieu’. Hij is vooral Beatrijs, de zondares die blijft geloven. Hij noemt de Vlaming: ‘inventeur de sectes, allumeur d'émeutes, querelleur, riant d'autrui, de lui même’. Zeer fijn typeert hij de Middel-Nederlandse liederen: ‘Ces chansons ne sont claires que comme l'eau des gaves dont la transparence trompe: on la croit peu profonde et qui y met le pied s'y noie’.
Het is een waar genot voor de geest de teksten in oorspronkelijke | |
[pagina 53]
| |
taal en vertaling naast mekaar te leggen, mee te worstelen met de vertaalster, mee te genieten met haar soepele, vloeiende taal, en op het eind te vergeten dat het vertalingen zijn. Als iemand ooit in staat is Gezelle in het Frans over te zetten, zo, dat zijn zuivere grootheid bijna onaangetast blijft, dan is zij het. Pierre Seghers heeft haar trouwens vertalingen gevraagd van Gezelle en Van de Woestijne.
De gedichten zijn werkelijke herscheppingen. Zij doen vrijwel nergens geforceerd aan, noch verraden ze de hand van de vertaalster. Liliane Wouters heeft zich dermate ingeleefd in de teksten, dat zij niet slechts een zo getrouw mogelijke vertaling bracht, maar tevens die zo specifieke Middeleeuwse sfeer van mysterieuze eenvoud heeft weten te scheppen. Zij heeft het zich nochtans nergens gemakkelijk gemaakt. Zij heeft zich laten binden door het rijm. En dat te kunnen volhouden zonder rijmdwang, zonder geforceerdheid, bewijst het hoog gehalte van haar vertalingen. Zelfs het ritme, dat in het Frans zo heel anders wordt, heeft zij Frans én getrouw aan de Oud-Vlaamse tekst omgeschapen. Vergelijken wij maar even de eerste strofe van het lied ‘Van twee Coninckskinderen’: Het waren twee coninckskinderen
Sij hadden malkanderen soo lief:
Sij conden bijeen niet comen
Het water was veel te diep.
Il était deux enfants du roi
s'aimant plus que personne au monde.
‘Pourquoi demeurer loin de moi?’
L'eau de la rivière est profonde.
Ik zou kunnen doorgaan met citeren, met vergelijken. Dit boekje bevat een schat van prachtige gedichten, nu eens bijna naar de letter vertaald, dan weer speels geïnterpreteerd, wemelend van vondsten, zoals het overbekende lied ‘Des winters als het regent’: L'hiver, il pleut à verse,
débordant les ruisseaux.
Le pêcheur les traverse
pêchant dans les roseaux.
Avec sa treine, avec sa seine,
avec sa canne, avec sa manne,
avec sa toque, avec ses loques dans les flaques,
avec ses socques et son sac.
Misschien kan ik nog het best een volledig gedicht citeren, zodat de | |
[pagina 54]
| |
lezer zelf dit spel van de geest en de taal kan volgen: het tere anoniem lied uit de XIVe eeuw: Aloeëtte, voghel clein
Aloeëtte, voghel clein,
Dijn name es soete ende rein,
So es dijn edel zanc.
Daer dienst du met den Here allein
Te love om sinen danc:
Daer omme bem ic met di ghemein.
Ander voghel wil ic ghein
Dan di, mijn leven lanc.
Aloeëtte, voghel clein,
Dijn name es soete ende rein,
So es dijn edel zanc.
Nider boos, onreine, vilein,
De rouc die es wel dein compein:
Neimt dien in u bedwanc.
Laet minlic hertzen sijn bi eyn,
Sonder loos bevanc.
Aloeëtte, voghel clein,
Dijn name es soete ende rein,
So es dijn edel zanc.
| |
[pagina 55]
| |
Alouette, petit oiseau
Alouette, petit oiseau,
ton être est pur et beau
comme ton noble chant.
Au Seigneur seul attachant
ta louange, pour lui plaire.
Je m'unis à ta voix claire
ne veux d'autre oiseau que toi
pour toujours auprès de moi.
Alouette, petit oiseau,
ton être est pur et beau
comme ton noble chant.
Jamais ne lia méchant,
impur, vilain à ton aile.
Le corbeau est leur fidèle.
Que s'unissent les coeurs droits,
Qu'ils s'aiment mieux à ta voix.
Alouette, petit oiseau,
ton être est pur et beau
comme ton noble chant.
De dichteres Liliane Wouters verdient onze dank en waardering om deze daad van liefde voor onze poëzie. Tevens heeft zij ten volle recht op onze bewondering, om de manier, waarop zij zich van deze moeilijke opgave heeft gekweten! willy spillebeen |
|