De Noordstar. Jaargang 2(1841)– [tijdschrift] Noordstar, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] Zedigheid. Waerom lieflyk, Schoon viooltje Spreidt ge uw' geuren In dees velden? Waerom, eenzaem In de schaduw', Toont ge uw' kleurge Ryke blaedjes? Zou er iemand In deze oorden Uwe schoonheid Wel ontwaren? Zie, in gindsche Groene tuinen, In het midden Van de bloemen, Zoudt gy schittren Als vorstinne, En eenieder Zou uw' glansen En uw geuren Gullig loven. - - Jongling, schittren, Is de droefheid En de tranen Graeg beminnen! Jongling, schittren, Is het leven Door de doornen Henen leiden. 'k Laet aen andren d'Eer der glansen, 'k Laet voor andren 't Prachtig leven. Ik, hier eenzaem In de schaduw' Wil steeds zuiver Myne dagen Stil en zedig Laten vloeijen. En, als de avond Van myn leven My myn geuren Doet verliezen, En myn schoonheid Ziet verwelken; Denk ik zalig Aen deez' dagen. 'k Scheid dan rustig Van myn leven En - 'k zink neder In het stof. eduard michels. Beveren. (Waes) 1841. Vorige Volgende