Noordnederlandse Historiebijbel

27 capittel

God sprac tot Moyses ende seide: "Segt den kinder van Ysrahel: Een man die hemselven loeft voer Gode, die sel hemselven lossen, is hi van 20 jaren tot 60 jaren

[fol. 55va]

toe, mit 50 sulveren penningen. Die sel hi offeren in die sanctuari. Ende ist een wijf van dier outheit, die sel geven 30 sulveren penningen. Een manpersoen van vijf jaren tot 20 toe die sel 20 penningen geven. Ende een wijf van dier outheit sel 10 penningen geven. Ende voer een manpersoen van een maent tot vijf jaer toe sel men geven vijf penningen ende voer een vrouwepersoen van dier outheit sel men geven 3 penningen. Ende een man die boven 60 jaren is, die sel 15 penninc geven, ende een wijf van dier outheit 10 penningen. Ende elc penninc sel waerdich wesen 20 hallinc." Ende God geboet hoe dat men doen soude in allen loften van beesten, van lant, van huus, van hof, als dat capittel uutwijst ende waermede dat men dat lossen soude.

Dat sijn die geboden, die God Moyses geboet den kinderen van Ysrahel te seggen op den berch van Synay.

Explicit Leviticus.

Et sic est finis, sit laus et gloria Trinis.

Qui legit, emendat; scriptorem non reprehendat.

Scriptor scripsisset bene melius, si potuisset.

Hierna volget dat boec Numerus.