Des Amorie van der Hoeven of Potgieter?
In de Poëzy van A. des Amorie van der Hoeven Jr., bladz. 3, vindt men een gedicht ‘De Maan’, waaronder de vermelding ‘Vrij gevolgd naar Wordsworth’.
Slaat men nu bladz. 77 op van het tweede deel der Poëzy, uit Potgieter's verspreide en nagelaten werken (uitgegeven door Joh. C. Zimmerman), dan treft men daar hetzelfde gedichtje aan, nu met den titel ‘Stancen, naar W. Wordsworth’, en gedateerd 1840. Slechts een niet noemenswaard verschil is er in den laatsten regel der 2e strophe.
In V. d. H.'s Poëzy staat het tusschen twee gedichten, beiden uit 1839, en in het Voorbericht van 1850 schreef de vader van den toen overleden dichter: ‘De drie eerste verzen, in dezen bundel voorkomende, maakte hij op achttienjarigen leeftijd.’ De Maan nu is het 2e gedicht in den bundel.
Men zou uit deze beide feiten allicht opmaken, dat Potgieter het gedichtje heeft overgeschreven, en Zimmerman, het onder de nagelaten papieren vindend, het toen voor diens eigen werk hield.
Dit is echter niet het geval. Groenewegen, bl. 73, vermeldt: ‘Door eene vergissing van prof. A. des A.... waarvoor deze later Potgieter zijne verontschuldigingen heeft aangeboden, is dit gedichtje, onder den titel van “de Maan” opgenomen in Proza en P. van A. des A. Jr.’ Over het origineel bij Wordsworth waarschijnlijk later iets.
Utrecht.
P.