Hervorming der spelling.
Elk volk is meester over zijne eigene taal. Het kan ze wijzigen naar welbehagen - altoos indien het heele volk meegaat. Een vreemdeling moet er zich aan onderwerpen.
Dit is volkomen waar, maar 't is toch voor vreemdelingen zeer lastig, wanneer een volk naar welbehagen zijn taal gaat veranderen. Dat voelt men zoo niet als het onze eigen taal betreft, maar hoe denkt hij, die een Engelsch boek leest over zoodanige veranderingen, wanneer het geschreven is in de taal der Engelsche hervormers en hij het volgende onder de oogen krijgt?
Langwej iz not maid for skolarz and etimolojists: and if the hoal rais ov English etimolojists wer reali tu be swept away bei the introdŭkshon ov a Speling Reform, I hoap thay wud be the ferst tu rejois in sakrifeizing themselvz in so gud a kauz. Bŭt iz it reali the kais that the historikal kontiniuiti ov the English langwej wud be broaken bei the adopshonov fonetik speling, and that the profesohn ov the etimolojist wud be gon for ever? I say, No, moast emfatekali, tu boath propozishonz.
Wie dus wenscht, dat het taalgebied zich uitbreide, moet niet wenschen, dat er telkens aan den vorm der woorden gewijzigd wordt door verandering der spelling.
Language is not made for scholars and etymologists: and if the whole race of English etymologists were really to be swept away by the introduction of a spelling reform, I hope they would be the first to rejoice in sacrificing themselves in so good a cause. But is it really the case that the historical continuity of the English language would be broken by the adoption of phonetic spelling, and that the profession of the etymologist would be gone for ever? I say, No, most emphatically, to both propositions.
Wie als vreemdeling dit laatste verstaat zal het eerste allicht eene onbekende taal achten.