Fouten bij het gebruik van den infinitief.
In den zin: Ik heb een boek naar den boekbinder gebracht, om het in te binden, is niet aangewezen, wie het boek zal inbinden òf de boekbinder, òf ik zelf, wellicht met behulp van den boekbinder of onder diens toezicht. Ik heb een boek naar den boekbinder gebracht, om ingebonden te worden is volmaakt verstaanbaar, eene ontleding van den zin doet echter zien, dat er eigenlijk staat, dat ik iets gebracht heb, om (zelf) ingebonden te worden. Immers nauwkeurig op dezelfde wijze zegt men: Ik heb eene schilderij naar de tentoonstelling gezonden, om bekroond te worden en mocht men daarbij wellicht nog aan ‘bekroning der schilderij’ willen den ken, in den zin: De fabrikant heeft eene advertentie in de courant laten zetten, om bekend te worden, kan van geene andere dan die van voor den fabrikant sprake zijn.
Op dezelfde wijze drukt men zich onduidelijk uit in zinnen als: De Keizer kwam te tien uur aan, om te 2, 15 weder te vertrekken, waaruit niets anders gelezen kan worden, dan dat de Keizer alleen kwam, om te vertrekken; de bedoeling is natuurlijk, kwam te tien uur aan en vertrok te 2,15 of zal te tien uur komen en te 2,15 weer vertrekken of hoogstens met het voornemen om te 2,15 te vertrekken.
Nog dwazer wordt de fout in een aandoenlijken zin als deze Sprakeloos drukten de vrienden elkaar de hand, lang zagen zij elkander aan, terwijl een traan in beider oog parelde, toen scheidden zij, om elkander nooit weder te zien. Dus de trouwe vrienden scheidden en het doel of de aanleiding tot die scheiding was, dat zij elkaar nooit weder zouden zien. De bedoeling des schrijvers zou nauwkeurig uitgedrukt zijn, had hij geschreven: De beide vrienden scheidden en nooit zagen zij elkander weder of De beide vrienden scheiden, en helaas, ze zouden elkander nooit wederzien. Nog duidelijker wordt de fout in de veel gebruikte uitdrukking: Hij sliep in, om nooit weer te ontwaken. Meer dan in eenig ander geval kan men hier beweren, dat het aanhoudend misbruik (in de couranten bijv.) geen reden is, ook zoo te schrijven, maar een afdoende reden om die onhebbelijkheid te bestrijden.
In vele dier zinnen begrijpt men de bedoeling dadelijk, als om =