Waardig van.
Op bl. 241 van dit Tijdschrift zegt de heer Van der Mate naar aanleiding van de in Ernest Staas voorkomende uitdrukking: ‘waardig van de goden van Homerus’: ‘Bij ons wordt waardig altijd gevolgd door een zelfst. n.w. òf in den gen. òf in den acc., welke langzamerhand enkele genitieven vervangen heeft. Nooit wordt het echter gevolgd door een voorzetsel, fr. digne des dieux d'Homère.’
Dit zou de lezers in den waan kunnen brengen, dat we hier met een der bij de Vlamingen zoo talrijk voorkomende gallicismen te doen hebben.
In het middelned. is deze constructie echter niet ongewoon: bv. ‘Waren si werd van sulker spise,’ Rijmb. 33441; eveneens Sp. III7, 55,95, Merl. 1325, 1664, 5130.
Ook: ‘Dat hi onwert ware van dien scatte’ Sp. III2, 13, 43.
Bij de Vlamingen komt ze meer voor, b.v. bij Loveling, De Bruid des Heeren in Elzeviers Maandschrift '94, pg. 255.
Schiedam.
G.E.