Orientaaltje.
Bovenstaand zeventiende-eeuwsch woord met de beteekenis iets voortreffelijks, een puikje is door Dr. Poll (Taal en Letteren 3,368) in verband gebracht met orientaal, den naam eener soort van tabak. Maar nergens blijkt, dat met die orientaalsche tabak een puike soort wordt bedoeld, wat toch voor de beteekenisontwikkeling wel noodig is. Wel waren orientael gesteente (zie Kiliaen op dat woord) en oostersche parels bij uitstek gezocht, zooals blijkt uit Heinsius' Vermakelijken Avanturier (uitg. 1756, I, 155), waar wij lezen: synde van eenige peerlen geeiert, daer d'Orientaelsche en het Sydonische sneeuw so geel als saffraan bij was.
Vgl. voorts ‘uytten Orienten’ = uitstekend, Moortje vs. 3016.
Warffum.
G.A. Nauta.