Ter onderzoeking?
Op bldz. 242 van dit Tijdschrift spreekt Mr. C.B. het vermoeden uit, dat we in bovenstaande uitdrukking den oorspronkelijken vorm van ter onderzoek zouden moeten zoeken. Sedert heb ik er op gelet, maar ter onderzoeking heb ik niet aangetroffen; ook in het Woordenboek komen geen citaten voor.
Zou ook niet een andere verklaring meer voor de hand liggen? Ten en ter zijn ongetwijfeld ontstaan uit te den en te der in uitdrukkingen als ten huize, ter bezichtiging, enz., maar in ten mijnen huize, ter uwer beschikking, enz. gaat deze verklaring niet op en zijn ‘ten en ter eenvoudig vormen, die naar 't voorbeeld van het volgend bezitt. voornw. den uitgang n, r, hebben aangenomen.’ (Van Helten, Kl. Nederl. Sprk. 5, § 193).
Zoo kon men er toe komen, ten en ter als nevenvormen van te te beschouwen, waardoor in gebruik kwamen ten gunste, ten onderzoek en zelfs ter been. Ging het bezitt. of aanw. voornw. op n of r uit, dan maakte men nog verschil; vandaar ten uwen huize, ter dezer plaatse, enz.
Schiedam.
G.E.