Nu ben ik eindlijk vrij Van Hollands duren eed en Egmonds slavernij,
verbasterd uit:
Nu ben ick ymmers vry van Hollands dieren eed,
En Egmond kan my hier niet heeten of verbieden,
Vondel, Gysbrecht v. A., r. 338 en 339, wat Vosmeer zegt, véordat hij schijnbaar oprecht aan Gysbreght het verhaal van het Zeepaard doet.