Noord en Zuid. Jaargang 21

[p. 191]

Verbetering.

Gebruik makende van de gelegenheid, die de redacteur mij daartoe schenkt, wensch ik hier nog een paar opmerkingen toe te voegen aan mijn artikel De Opgaven voor de Hoofdacte-Examens, voorkomende in den 20 en Jaargang pag. 529-556.

De eerste opmerking geldt het antwoord op vraag 2, pag. 547. Er had daar nog vermeld moeten worden, dat mochten de beteekenis heeft van: het voorrecht hadden en dus een onovergankelijk werkwoord is.

In de tweede plaats is het antwoord op vraag 4, pag. 547 het gevolg van eene te vrije opvatting. Wel ligt het eenigszins voor de hand maar als beperkend tegenstellend voegwoord te beschouwen (die tegenstelling bestaat dan tusschen Hier - schuchter uit de knoppen stehend; ginds - al te zam volgroeid; en Steeds als beeldhouwwerk geteekend), toch lijkt mij eene andere beantwoording der vraag juister. Wanneer men de volgende drie zinnen beschouwt: Hier schuchter uit de knoppen stekend; ginds - al te zaam volgroeid; Maar steeds als beeldhouwwerk geteekend, dan merkt men op, dat 1 en 2 nevensch. aaneensch. verbonden zijn, terwijl 1 en 2 elk met 3 zuiver tegenstellend verbonden zijn. De inhoud van den derden zin staan in zeker opzicht lijnrecht tegenover den inhoud van elk der beide andere¹⁾.

Amsterdam.

v.d. Mate.

1) Zie verder voor 't zuiver tegenstellend zinsverband N. en Z., '91, pag. 89.