‘Laberlottig.’
Op blz. 51 komt een kort artikeltje over dit woord voor, dat eveneens te vinden is in Woordenschat (Red. Taco H. de Beer en Dr. E. Laurillard), de laatste twee volzinnen in N. en Z. eenigszins anders luidend dan in Woordenschat.
Een paar opmerkingen hierover. De woordenboeken spellen ‘labberlottig’; de eigennaam, waarmee dit woord door vernuftelingen op 't gebied van woordverklaring wel in verband is gebracht luidt: La Ballotte; van dezen ex-barbier is wèl iets bekend: ieder lezer van den Slag bij Nieuwpoort moet hem kennen, (vs. 437 en de aant. daarop).
Dat ‘la(b)berlot’ en ‘La Barlotte’ niets met elkaar hebben te maken, kan men voor zeker aannemen; het bewijs dat de twee woorden wèl een zijn, zou al heel klemmend moeten wezen, voor we er waarde aan konden hechten.
Het verwijzen naar personen bij uitdrukkingen als ‘op grooten voet leven’, ‘Jan en alleman’, ‘Isabella-kleur’ enz. is een verleidelijke liefhebberij. Ziehier een parodie:
‘Kalender. Aan den heikant van zeker Brabantsch dorp woonde in de... e eeuw een oude boer, die liefhebberde in astronomie en meteorologie. De barbier van 't dorp ging dagelijks bij dien boer in 't Kale End zijn kennis van het te verwachten weer en andere natuurverschijnselen opdoen en geriefde met dat nieuws zijne klanten. Deze berichten, soms schriftelijk bekend gemaakt, werden langzamerhand algemeen ‘kale-enden’ genoemd. Later is het woord kalender geheel gelijkbeteekenend geworden met almanak.
P.H.H.