Noord en Zuid. Jaargang 21
(1898)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
Laarzenis.In den vorigen jaargang van dit tijdschrift, blz. 415 werd mijne aandacht getrokken door het mij tot dien oogenblik onbekende woord laarzenis, aldaar als: achterdeel verklaard en opgehelderd door een versje waar het in voorkomt. Ik wil wel gelooven, dat dit woord thans, ten minste door velen, in de bet. van achterdeel wordt opgevat, maar het is m.i. nochtans eene benaming voor het geheele lichaam en een woord dat oorspronkelijk iets gansch anders beteekent. Met laarzen, hetzelfde als: britsen, een matroos door slagen met een endje dag op de natte broek kastijden, heeft het, naar ik stellig overtuigd ben, volstrekt niets uit te staan, en ik veroorloof mij in 't voorbijgaan op te merken, dat zelfs die straf met de zeelaarzen van janmaat, hoe hoog die ook aan de heupen reiken, wel niets zal te maken hebben. Doch, ‘dat overgeslagen.’ Laarzenis houd ik dan voor niets anders dan eene omzetting van lazernis, hetzelfde als lazerheid, lazerschap en lazerij, al woorden voor: melaatschheid, eerst overdrachtelijk genomen als eene benaming voor het met de lazarus-ziekte besmette lichaam, dan als een verachtelijke naam voor het lichaam in 't algemeen, als verdommenis en andere gemeene termen voor het corpus, corpus vile dan voorwaar! die men uit den mond van de kleinste kinderen op straat helaas dagelijks hooren kan. Zoo is mij dan ook (uit Utrecht) bekend de uitdrukking iemand op zijn lazerij komen, voor: hem op zijn ziel, zijn ‘donder’ komen, d.i. een pak slaag geven, en precies hetzelfde wordt uitgedrukt door het: voor zijn lazernis (vervormd tot laarzenis) krijgen uit het versje. Voor laserheit, laserscap en laserie verwijs ik naar het Mnl. Wdb. van Verdam; lasernesse schijnt in 't Mnl. niet bekend te zijn, maar het bestaan er van wordt door het voorkomen van het vervormde ‘laarzenis’ bewezen. Of is dit een betrekkelijk jong woord, in den nieuweren tijd naar het voorbeeld van het pas genoemde verdommenis afgeleid van lazarus, lasers, (laser), melaatsch? Dit lijkt niet heel waarschijnlijk, want in den zin van: melaatsch zijn de genoemde adjectieven al lang niet meer bekendGa naar voetnoot1). De verhuizing van de r in lazernis: laarzenis zal ik wel niet afzonderlijk behoeven te verdedigen, al heb ik geen sprekend analogon bij de hand. 4 Sept. 1897. A. Beets. |
|