Dat riekt naar de Lamp,
(fig.), aan dit (letterkundig) werk is veel tijd en inspanning besteed, wordt gezegd van elk letterkundig werk, dat zonder eenige schoonheid van vorm nachtelijke studie verraadt; nauwlettend zoeken en werken, maar ook al te angstvallig arbeiden, in kleinigheden opgaan of peuterwerk doen; ontleend aan een gezegde van den redenaar Pytheas (340 j.v. C.), die van de doorwrachte redevoeringen van den hem vijandig gezinden Demosthenes zeide, dat zij ‘naar de lampenpitten roken’; van Demosthenes toch werd verhaald, dat hij zich het hoofd half kaal schoor en onder den grond in een hol werkte, om niet gestoord te worden, zoo dat hij steeds bij de lamp moest werken.