Gulden Vlies.
Ino deed haar gemaal, Althanas, lichtzinnig gelooven, dat zijn zoon Phryxos de oorzaak was van een hongersnood, die in het land heerschte; waarop hij beval, dat zijn zoon aan de vertoornde goden zou worden opgeofferd. Phryxos die dit bevel vernomen had, vluchtte over zee op een ram, dat een gouden vacht had. Toen hij te Colchis aankwam, offerde hij het ram aan Zeus en gaf het vlies aan koning Aetës, die het op een gewijden eik hing. Later werd het door Jason aan het hoofd der Argonauten op de Colchiërs veroverd.