Het achtervoegsel -baar.
Natuurlijk wil ik niet beweren, dat alle adjectieven op -baar gelijk zouden staan met tegenwoordige deelwoorden. Mijne bedoeling was alleen, dat leefbaar, schuchtbaar, en sommige andere der geciteerde adjectieven door tegenwoordige deelwoorden moeten worden weergegeven; vandaar dat ik reeds achter schuchtbre het tegenw. deelw. schietende tusschen haakjes plaatste. De adjectieven op -lijk afgeleid van intr. werkw. kunnen inderdaad dikwijls gelijk gesteld worden met tegenw. deelw.; vgl. bekoorlijk, heuglijk, stichtelijk, afhankelijk, erkentelijk. Zij drukken evenwel eene meer blijvende eigenschap uit.
Stoett.