Het geldt u de wagenhuur.
In Taal en Letteren II, pag. 106, werd door Kollewijn eene betere verklaring van bovenstaande uitdrukking gegeven, dan die, welke in het Woordenboek der Nederl. Taal, IV, 1073, voorkomt.
Hij verklaarde ze door: ‘het kost je immers niets’, ‘wat kan het je schelen,’ en staafde die verklaring door eene plaats uit G.C. van Santen's Lichte Wigger.
Daar het aantal plaatsen niet zeer groot is, deel ik hier nog de volgende mede, voorkomende bij Joan Blasius, Dubbel en Enkkel, pag. 12, in de uitgave van 1670.
Aldaar zegt Bonavontuur tot zijn knecht Slokker:
Hier, geef my de tas weer, so brengt gyse niet deur de billen,
Sou ik moeten beklaagen duur,
En 't en geld u doch niet meer als de wagenhuur,
Strekt al mee tot schoone vrouwen,
Daar soud gy my wel lichtelijk de kas mee verbrouwen,
Daarom so wil ik de tas self houwen,
So word ik op u spendeeren niet quaat.
Men ziet het, daar het geld toch van een ander is, en hij zelf niet armer wordt, wanneer hij het er doorbrengt, kan het Slokker niet schelen. De verklaring van Kollewijn wordt door deze plaats bevestigd.
Nijmegen.
M.A.P.C. Poelhekke.