king, wel de vertaling van Goethe, doch deze heeft veel uitgelaten, o.a. ook juist deze plaats. Doch nog op eene derde plaats leest men ze en wel bl. 214 van de vertaling van I Promessi Sposi: ‘En dan (ik zal nu maar alles zeggen) naar ik heb kunnen opmaken, is hij zoo verbitterd, zoo verwoed geworden, zoo op het oord zijner zinnen gebracht door de gemeene streken van dien monnik,’ enz. Het oorspronkelijke heeft ‘è cosi irritato, cosi fuor de gangheri, cosi stucco della villanie di quel frate’; stucco nu beteekent ten volle verzadigd voorts verontwaardigd, geërgerd, hetgeen volkomen in den Ned. zin past. Doch van waar die uitdrukking? Mag ik hier eene gissing wagen? In het Mnl. bestaat een woord
ort, punt, o.a. voorkomende Rom. d. Lorr. II, 477: metten orde van sinen spere. Voorts: (4333, 4334).
Die slach oec so groet was,
Dat dort scampelde in sine side.
Van punt tot einde is de overgang geleidelijk; trouwens van inde torde is eene vaste uitdrukking voor ‘van het begin tot het einde.’ Kan nu soms de oude beteekenis van oord = einde bewaard gebleven zijn in: op het oord zijner zinnen gebracht zijn = bijna van zijn verstand beroofd, buiten zinnen zijn?
v. M.
Ik waag de gissing, dat baljaard verwant is met Mnl. balgen, (twisten, vechten), waarvan bij Kil. opgegeven worden de beteekenissen: decertare (door strijd beslissen), pugnare (strijden), altercari (redetwisten), conserere manus (handgemeen worden) en confligere (vechten, in conflict komen). Verdams Mnl. Wdb. geeft als voorbeeld: ‘alle crancheyt die een (= iemand) criget van vechten of balgen.’
Het woord komt ook in het Hd. der 16e eeuw voor, dialectisch nog bij Hebel, (Vgl. Grimm, D. Wtb. I, 1086), met de beteekenissen: zornig reden, zanken, raufen; bv. (M. Heyne, D. Wtb. I 272): ‘die jungen eheleute balgen sich schon mit einander; wenn die landtsknecht werden erstochen, oder kommen umb durch balgen.’ Als afleidingen komen daar ook voor: balger, zänker, raufer, en balgerei, zänkerei, rauferei: ‘bei knaben führt zank leicht zur balgerei.’ Het door den heer v. M. aangehaalde baljaard zou dan met balgerei een in beteekenis kunnen zijn. Aan de overzijde van het IJ leeft nog baljaren of baljaarden (drukte, herrie maken): Leg toch niet zoo te baljaarden!