en leiden daaruit gemakkelijk af, dat erf = grond. En in de vad'ren (vaderen) zullen ze zeker wel de voorvaderen zoeken: in het geheel dus den vaderlandschen bodem.
de Spaansche legervaan. Een herinnering aan een windvaan kan voorafgaan; daarna komt men gemakkelijk op vaandel, de ond. kan meedeelen, waartoe het dient, en doen opmerken, dat een legerafdeeling, die 't zelfde vaandel volgt een legervaandel genoemd werd.
dronk om strijd. Wie dronk? en wat werd gedronken? Deze beide vragen dienen wel eerst beantwoord te worden door de leerlingen. Ze vinden dan: de grond dronk bloed. Opgemerkt wordt, dat dronk figuurlijk gebruikt is, dat drinken vocht opnemen beteekent, dat dus de grond bloed opnam, inzoog.
Uit verschillende zinnetjes met om strijd, kunnen ze zelven zoeken, dat om strijd overeenkomt met om 't meest.
landzaat. De tegenstelling met vreemden, brengt den leerling al spoedig op weg. Verder kan het woord ingezetenen hem wijzen op 't eigenaardig gebruik van zitten, waarvan zaat ook gevormd is. Gemakkelijk vindt hij dan zelf de beteekenis.
3. Welke aanmerkingen hebt gij op:
a. Het volk is raadloos en dringt sidderend zich te zamen, Maar spoort geen uitkomst op in 't wikken en beramen.
't Komt mij voor, dat opsporen in deze zinnen misplaatst is. Wat spoort men op? een dief, eene fout bijv. iets, waarvan men zeker weet, dat 't bestaat, dat 't te vinden is. Of er voor 't volk op N.Z. uitkomst (= redding) bestond, wisten ze niet, daarom is opsporen af te keuren.
Vervolgens is 't verbindingswoord, 't tegenstellend voegw. maar ook niet 't juiste. Er bestaat niet in 't minst tegenstellend verband tusschen de beide zinnen; 't niet vinden van een redmiddel is in overeenstemming met radeloosheid.
b.)
Denk; gevoel; en vier de toomen
Aan de drift, die in u zwelt,
Maar ken Hollands taal volkomen,
Kneed, maar doe haar nooit geweld.
Bilderdijk.
De laatste zin zou vollediger worden, door haar achter kneed te voegen: Kneed haar, maar enz. Dan blijkt, dat haar in 't eene geval als belangh. voorwerp is, wat samentrekking verbiedt.
Verder kan opgemerkt worden, dat men de teugels wel kan vieren, maar niet de toomen.
M. Sch.