kennen, - herziene uitgave worden opgenomen in Sijthoff's zoo gezochte ‘vijftig-cents editie’, waarin de werken van Van Lennep en Cremer reeds voorkomen.
Deze nieuwe uitgave zal verschijnen in series van 6 deeltjes, doch niemand is verplicht zich voor het geheel te verbinden.
Intusschen is het met Vondels werken niet enkel bij eene herziening gebleven, maar zijn ze door den heer Unger ook bijgewerkt in verband met datgene, wat, sedert Van Lennep zijne zoo belangrijke uitgave bezorgde, omtrent Vondel en zijne werken nader is bekend of ontdekt geworden.
De tekst wordt zoo nauw mogelijk naar de oorspronkelijke, eerstbekende uitgaven gevolgd, terwijl de noten en ophelderingen eveneens met de meeste zorg zijn bewerkt.
De gedichten zullen worden gegeven in eene chronologische volgorde. De drie eerste deeltjes bevatten o.a.: I. Gysbreght van Aemstel en Elektra. - II. Het Pascha, Den Gulden Winckel en De Vaderen. - III. Vorstelycke Warande der Dieren.
Ook de plaatjes zullen naar de oorspronkelijke uitgaven worden weergegeven. Aangezien de kunst in het reproduceeren daarvan in den laatsten tijd zulk eene zeldzaam hooge vlucht genomen heeft, is de uitgever in de gelegenheid de menigte afbeeldingen het geheele werk door te doen opnemen voor weinig geld, n.l. tegen eene geringe verhooging van slechts tien cents per deeltje.
Het geelachtig getint papier, dat voor deze uitgave gekozen is, leent zich uitstekend voor de illustraties.
Het geheel belooft - niettegenstaande den zeldzaam lagen prijs, waarvoor het verkrijgbaar wordt gesteld - inderdaad een prachtwerk te worden, beantwoordende aan de tegenwoordige eischen der typographie en den dichter waardig.
In verband daarmede zal de uitgever, voor wie zulks verlangen, voor elk deel, eveneens tegen zeer billijken prijs, een band verkrijgbaar stellen, uitgevoerd in het eigenaardig karakter van het werk zelf en dus daarmede één geheel vormende.
Wat velen bovendien niet minder welkom zal zijn en daarbij de waarde van het geheel niet weinig verhoogt, zijn de woorden, waarmede Vondel door diens bekenden bewonderaar prof. dr. Jan Ten Brink met deze uitgave opnieuw bij onze landgenooten wordt ingeleid.
Moge de Leidsche uitgever ondervinden, dat Ten Brinks waardeering bij duizenden weerklank vond. Alleen toch rekenende op eene groote deelneming is het mogelijk de nieuwe, geïllustreerde uitgave tot zulk een geringen prijs onder ieders bereik te brengen.