Noord en Zuid. Jaargang 11
(1888)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDaarstellen.Laat de dooden rusten, en voornoemden indringer dus ook. Die raad verbiedt echter niet, eene levensbijzonderheid, tot heden wellicht onopgemerkt, aan te stippen. Eene anecdote behoeft, om lezenswaard te zijn, niet juist een levende tot held te hebben. In de acht deelen der ‘Geschiedenis van den heer Willem Leevend,’ in die mijn van echt-hollandsche woorden en vormen, zooals we geen tweede bezitten, ontmoet men onder de vele briefschrijvers en schrijfsters ook de vrouw van professor Maatig,Ga naar voetnoot1) die in een antwoord aan de domineersvrouw Wilhelmina Heftig, Duitschland haar vaderland noemt en daarom verzoekt het onder den mantel der liefde ‘in te schikken,’ indien ze ‘Hollandsch Hoogduitsch’ mocht stellen. Welnu, alleen aan de pen van deze dame laten de schrijfsters het woord ‘daarstellen’ ontglijden, waar ze haar in de pen geven, dat een mensch nooit het onmogelijke moet willen daar stellen. In de briefwisseling der overige (Hollandsche) personages van dezen roman zult ge het gebrandmerkte woord tevergeefs zoeken. Mij dunkt dat deze bijzonderheid ‘teekenend’ is. Fr. |
|