Noord en Zuid. Jaargang 10
(1887)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 364]
| |
Driemaal grooter en driemaal zoo groot.
| |
Antwoord.Ga naar voetnoot1)Volgens het oordeel van Prof. de Vries is het gebruik van den comparatief na het woord maal in het geheel niet goed te keuren. | |
[pagina 365]
| |
Ik vind nl. in zijn dictaat aangeteekend: ‘Men hoort dikwijls zeggen: De een is ‘tweemaal rijker dan de ander; dit moet zijn: tweemaal zoo rijk ‘als de ander; want 2maal rijker = 2maal zoo rijk als de ander + ‘2maal nog iets dat de ander rijker is.’ - Met andere woorden: Als de een f 100 rijk is en ik zeg dat een ander tweemaal rijker is dan de eerste, dan is de ander f 200 rijk + nog tweemaal een onbepaald bedrag. Ik heb, afgescheiden hiervan, nog enkele mijner vrienden gevraagd, hoe zij de uitdrukkingen opvatten. De antwoorden waren verschillend. De éen zei: 3maal rijker dan = het oorspronkelijk getal + 3maal datzelfde; anderen waren van meening dat 't eenvoudig beteekende, 3maal het getal. De eerste opvatting steunt blijkbaar op de volgende ontleding: Als ik zeg A is driemaal rijker dan B, dan zeg ik eerst dat A rijker is, en noem dan het verschil driemaal zoo groot als 't oorspronkelijke van 't kleinste getal. Daarentegen steunt de andere opvatting duidelijk op deze redeneering: A is driemaal rijker dan B, d.w.z. A is rijker; hoeveel maal? antwoord: ‘driemaal’. De redeneering van Prof. de Vries schijnt nu deze: Als ik zeg: A is driemaal rijker dan B, dan heeft dit rijker zijn driemalen plaats; 't ‘rijker zijn’ veronderstelt een surplus, hoe groot of klein dan ook, dus: A = 3 (B + x). Waar eene uitdrukking zoo velerlei interpretaties toelaat, dunkt me haar gebruik zeker minder gewenscht; te eer, wijl de andere ‘3maal zoo groot als’ minder dubbelzinnig is. Opmerkelijk blijft 't intusschen dat in de uitdrukking: ‘hij is wel eens zoo groot als zijn broeder’ de bedoeling duidelijk is: A = B × 1 + B, derhalve hier met ‘eens zoo groot als’ 'tzelfde wordt uitgedrukt als sommigen met den comparatief doen. Want eigenlijk is ‘eens zoo groot’ = even groot, daar 1 × a = a blijft. Het streven der grammatici, die in het gebruik van den comparatief na 't herhalingsgetal eene nieuwe vaste schakeering willen leggen, is, op zich zelf, geenszins in strijd met 't taalgebruik, dat vaak tot dergelijke splitsingen overgaat. Maar waartoe 't dient is m.i. niet duidelijk. Met ‘zoo als’ kunnen we alles zeggen, wat er te zeggen valt; den comparatief met dan hebben wij niet noodig; de taal zal er dus wel bij varen indien we deze dubbelzinnigheid eenvoudig verwijderen. ‘Trois fois plus riche’ worde dus overgezet door ‘driemaal zoo rijk’ en de gezochtheid, neen 't is = tweemaal rijker, geschrapt; te eer, wijl het noemen van het getal twee en ‘tweemaal rijker dan’ den hoorder uiterst moeilijk maakt te denken aan eene vermenigvuldiging met drie. L. Simons Mz. |
|