dient dus, om een spil of een rad vast te zetten, en nu is het, dunkt mij, niet moeilijk meer, aan te geven, hoe men tot de uitdrukking pal staan = vast staan kwam. Wij kunnen dit dus aan den heer Hn. overlaten.
Verder neem ik het volgende over uit Van Lennep's Zeemans-Woordenboek (verbeterde uitgave van Winschotens Seeman): ‘Pal, z.n.m. - Eikenhouten pen, aan het eene uiteinde met een cirkelboog voorzien, en met het andere op het dek vastgebout en dienende om een kaapstander het omzwaaien te beletten.
Spreekwijze: pal staan (vast staan).
De Haas, een fiere leeuw in 't Britsche zeegevecht,
Stond pal, in 't midde der gepreste waterhonden.
Brandt, Grafschrift op den kommandeur de Haas.
Iemand pal zetten (iemand vastzetten, hem tot zwijgen brengen).’
2. Is het ww. verlangen verwant met het bijv. nw. laug?
In Korte aanteekeningen bij vele woorden 2e druk door D. Laméris lees ik: Verlangen had in 't mnl. ook de beteekenis van verlengen, uitstellen. ‘Die beteekenis heeft het woord thans nog in de uitdrukking: het liedje van verlangen.’
Verlangen = verlengen = langer maken is naar mijne gissing de oorspronkelijke beteekenis van dit woord, dat dan afgeleid is van het bijvnw. lang en daarmede dus nauw verwant is. Vergelijk nog: verkorten = korter maken, verbreeden = breeder maken, vergrooten = grooter maken, verkleinen = kleiner maken, vernauwen = nauwer maken, enz.
De beteekenis van verlangen was dus oorspronkelijk geheel zinnelijk, doch langzamerhand verliep die beteekenis en diende het werkwoord tot aanduiding van een abstract begrip. Wanneer wij iets trachten te verkrijgen, wat niet onmiddellijk onder ons bereik valt (een voorwerp op eene hooge kast b.v.), moeten we ons uitrekken, langer maken, (verlangen). Door dat langer maken (door dat verlangen) blijkt, dat we iets willen, begeeren. Wij zien dus, dat het verlangen = langer worden een uitvloeisel is van onzen wil, onze begeerte, doch het verband tusschen de oorzaak (het willen, begeeren) en het gevolg (de handeling, verlangen) is zoo innig, dat men het gevolg gemakkelijk kan gebruiken, om de oorzaak aan te duiden. Deze verwisseling van oorzaak en gevolg, deze overdracht, had bij verlangen in vroegeren tijd reeds plaats; de handeling verlangen gebruikte men om het willen, het begeeren uit te drukken. Het gevolg daarvan was, dat verlangen zijne zinnelijke beteekenis verloor; de aanduiding werd van een abstract begrip; synoniem werd met begeeren, willen, wenschen.
Eenrum, 28 Febr. 1887.
P. van Hoek.