Meugebet,
waarover op bl. 335, N. en Z. IX. is m.i. afgeleid van meugen = mogen, lust hebben, houden van (vgl. ik mag dat eten wel, tegen heug en meug) en bet = beter; de beteekenis is dezelfde als die van het Fr. pis aller. Afleiding en beteekenis stemmen dus vrijwel overeen.