Noord en Zuid. Jaargang 10
(1887)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 212]
| |
Beeldjeskoop.Dr. Cosijn geeft in zijne Etymologie, par 96, onder B. b), samenstelling door rechtstreeksche afleiding, o.a. als voorbeeld: beeldjeskoop, van beeldjes en koopen. Gelijk men ziet is dit zeer voorzichtig uitgedrukt, omdat nu niet gezegd wordt, wat koop, het tweede lid der samenstelling, eigenlijk is. Het wordt in een adem genoemd met de composita scharenslijp en albeschik, die ontstaan zijn uit de losse woorden: scharen en slijpen, en al en beschikken, gelijk beeldjeskoop uit beeldjes en koopen. Toch komt het ons voor, dat dè vorming van het woord beeldjeskoop anders is, dan die van de woorden scharenslijp en albeschik. Immers deze beteekenen: ‘die scharen slijpt’ en ‘die alles beschikt’; terwijl beeldjeskoop niet beteekent: ‘die beeldjes koopt’, maar ‘die beeldjes verkoopt.’ Wij achten het waarschijnlijk, dat het ontstaan is uit de klanken, die zoo'n venter van beeldjes voortbrengt, als hij zijn waar te koop biedt, n.l. ‘koop beeldjes! koop!’ Zoo hoort men ook sommige Semitische Bataven roepen: ‘koop spionnen! koop!’ terwijl hij door 't volk ‘spiónnenkoop’ genoemd wordt. Dit ‘koop’ is blijkbaar een uitnoodiging tot het publiek om te koopen, en is dus als een Imperatief op te vatten, waarbij de spraakmakende gemeente, spijt alle grammatica's, de t van 't Meerv. weglaat.Ga naar voetnoot1) 's-H. G.O.M. |
|