Konkinje.
In de 1e afievering van den IXen jaargang van dit tijdschrift vind ik op bladz. 17:
Kokinjes zijn balletjes, babbelaren, brokken, kussentjes, of hoe die kinder- en vrouwenlekkernij verder heeten mag.
Deze verklaring is geteekend J.E.t.G.
H. Kraykamp zegt met Van Dale:
Kokinjes zijn balletjes van dik en taai gekookte suiker of siroop.
Deze verklaringen gelden niet voor Zeeland.
Kokinjes zijn daar geene balletjes, maar zij bestaan uit taai gekookte suiker of siroop, die in lange smalle peperhuisjes van papier gegoten is. Naarmate de kokinje door zuigen verdwijnt, wordt het papier afgescheurd.
In mijn kindertijd, een veertig jaar geleden, was het snoepgoed algemeen bekend en in gebruik.
In den toren van de plaats, waar mijne ouders woonden, stond een kist met archieven.
De vrouw van den veldwachter hield een snoepwinkeltje.
Veel van die oude documenten zijn als peperhuisjes voor hare kokinjes gebruikt.
Zoo gaat de roem der wereld voorbij.
G.A.V.v.O.