Een paar fouten.
In de Batavische Arcadia van Heemskerk (uitgave Wolters en Rogge) komt onder de aanteekeningen er ook eene voor bij deze regels:
‘Dit krijghsvolk was zeer ongebonden en uitgelaten, en meest uitheemsche zijnde, konden met de ingezetenen kwalijk over een komen, verachtende de burgerschutters, deselve met schelden bejegenende, waarover nu en dan woorden en somtijds ook slagen vielen, soo dat de Hollandsche steden groot misnoegen op dese knechten kregen, het oorloghsvolk en de burgerije niet wel in wapendienst bij den anderen dienende. Hierover werden de burgerhopluiden klachtig, maar d' oversten der soldaten sloegen 't in den wint en namen 't meer voor ruytervoer op.’
Bij dit woord ‘ruytervoer’ volgt deze aanteekening: Ruitervoer is datgene wat een soldast wedervaart, of, zijn gewone voedsel. Ruyter van ruyten, verwoesten; bij Kiliaen: evellere, destruere.
Naar mijne bescheidene meening bevat deze regel onzin. Ik heb een te goeden dunk van Heemskerk's taal, om hem het lot van een verkeerde uitlegging te doen weervaren; al bepaalt mijne verbetering zich slechts tot deze font. De beteekenis van Ruytervoer is eenvoudig: handeling, levenswijze van een ruyter; voere beteekende reeds in 't Mnl: handelwijze, bedrijf. ‘Van wapenen die edele voeren’ bet: de edele wapenfeiten of krijgsbedrijven. En hebben we hier iets anders noodig?
Een andere onnauwkeurigheid vond ik laatst in een tijdschrift, dat o.m. ook woorden verklaart. Spakerig, werd daar gezegd, in ‘spakerig weer’ was vroeger sparkerig geweest en door syncope der r aldus geworden. Bij deze verbetering wensch ik de waarschuwing te voegen, die vaak herhaald is, dat men zich niet zoo klakkeloos aan 't etymologiseeren moet zetten.
Verspaecken komt voor in de ‘Seghelijn van Jeruzalem’ en beteekent, ‘uitdrogen, de vochten ergens uitnemen; slechts in 't deelwoord in gebruik: ‘verspaect = uitgedroogd.
Evenals verbroeien wordt het toegepast op de zinnen, het denkvermogen, en beteekent dan: verteerd, vernietigd. Nog zeggen wij ‘een spakerige lucht’ voor dor, droog, verschroeiend.
Bij Kil. komt spaecke en spaekich voor met de beteekenis van ‘andus’ (droog). Aldus de woordenlijst. Spaecke heeft dus met sparke, vonk niets te maken.
Leiden.
G. Hoogewecht.