Noord en Zuid. Jaargang 8
(1885)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Schijn-heiligh.
| |
[pagina 102]
| |
vader van den “Schijn-heiligh” zou zijn.’ Prof. van Vloten nu, (om tot dezen terug te keeren) had dit reeds in de Dietsche Warande’ van 1856 en '57 aan 't licht gebracht. De hoogleeraar las n.l. eenige brieven van den Baljuw van Gooiland aan diens broeder Joost Baeck, waaruit blijkt, dat Jakob te dien tijde den ‘Schijn-heiligh’ van Hooft ter leen had; Jakob nu was een kreupel rijmer, en menigeen moest het dan ook vreemd voorkomen, dat Brederoo in 't laatst van zijn leven zich eer van Helicon's top scheen te hebben verwijderd, dan hij Apollo's zetel nader was getreden. Een ander bewijs voor Van Vloten's stelling, putte Prof. Ten Brink uit het feit, dat de Nederlandsche vertaler de stof van den Aretijner niet heeft verwerkt - Breeroo zou dat wel niet nagelaten hebben: eenige zuiver Amsterdamsche figuren zouden ten tooneele zijn verschenen. (Men herinnere zich de figuur van Lecker-Beetje in de ‘Lucelle’ naar Le Jars.) Tengevolge hiervan moeten eenige wijzigingen in het opstel van den heer L. gebracht o.a. pag. 49 en vooral prg. 51b, waar gewezen wordt op de Voorreden, die ‘Schijn-Heiligh’ ‘“voorafgaan.”’ Gewoonlijk lieten onze Voorouders de VoorredenGa naar voetnoot1) niet achter het stuk drukken. In dat opzicht bleven we hun voorbeeld getrouw. De andere plaatsen, aan het besproken spel ontleend, zijn gemakkelijk uit het opstel te lichten, zondat dat de strekking van het geheel verandert.
Dat in een artikel, getiteld: ‘Brederoo's arbeid voor zijnen tijd en voor den onzen’ de geheele negentiende eeuw is vergeten, heeft de Redactie reeds zeer terecht opgemerkt.
T.
Er is in den laatsten tijd zooveel geschreven over de vraag: ‘hoe moet men lezen?’ dat we als afdoend antwoord het stuk van den heer Levi onveranderd plaatsten met een paar regels kritiek in het Bijblad. - Eéne aanmerking op ‘Schijn-heiligh’ achtten we op bl. 49 noodzakelijk, deze was op de proef geplaatst, maar is op de drukkerij over het hoofd gezien. Red. |
|