Hoe moet men woorden als Naatje, papaatje, enz. spellen en afbreken?
‘Moet men woorden als Naatje, papaatje, Katootje, parapluutje enz. afbreken. Naatje, Papaatje etc. of Naat-je, etc.?’ Op deze vraag geeft een medewerker van Noord en Zuid (VIII, blz. 93) een eenigszins weifelend antwoord. De Eedactie merkt in eene noot te recht op, dat als men Naatje schrijft, het dan ook Naat-je dient te worden afgebroken. Het is echter de vraag, of de verdubbeling van de a, de o en de u in de aangehaalde woorden is goed te keuren. De ‘Grondbeginselen der Nederlandsche Spelling’, waarvan ik den vijfden druk (1884) heb voor mij liggen, antwoorden, naar het schijnt, bevestigend. Wel wordt in § 267 als regel gesteld, dat men bij het afbreken der verkleinwoorden rationeel handelt en de duidelijkheid bevordert, door zoo te verdeelen, dat men het grondwoord geheel afzondert, wat blijkt uit de vergelijking van oor-tje (klein oor) en oort-je (geldswaarde), van buur-tje (buurman) en buurt-je (kleine buurt), van vaâr-tje (vadertje) en vaart-je (kleine vaart), van zee-tje (kleine zee) en zeet-je (zitje) - maar elders, nam. in § 119 waar de d in laadje, slaadje enz. wordt afgekeurd, verklaart de Eedactie naar den eisch der taal laatje, slaatje enz. te schrijven. Dat een en ander kwalijk te rijmen is, valt in het oog. Moet bij de afbreking het grondwoord geheel afgezonderd worden (en dit beginsel zal door iedereen worden erkend), dan bestaat er geene reden om den eindklinker van dat woord te verdubbelen; de open lettergreep blijft
open; dus is verdubbeling van de a of de u in dat geval zelfs in strijd met onze spelregelen, die geen twee a's of twee u's aan het eind van een lettergreep dulden.
De spelling Naatje, Katootje, enz., als verkleinwoorden van Na en Kato, verdient m.i. dan ook geene goedkeuring. Katootje kan naar het vooropgestelde beginsel der afbreking, nooit anders dan eene kleine Katoo of eene kleine Katoot, nooit een kleine Kato zijn; terwijl men in Naatje en parapluutje alleen verkleinwoorden van Naat en parapluut zien mag. Wel kan bij de hier aanbevolen spelling misverstand plaats hebben (men kan bijv. eene kleine la met eene kleine lat verwarren), maar daar staat tegenover, dat ook bij verdubbeling van de eindletter verwarring mogelijk is, b.v. tusschen het verkleinwoord van ma en dat van maat. Dit bezwaar is dus, dunkt mij, niet van zooveel gewicht, dat het zoude moeten leiden tot verkrachting van wat als hoofdregel bij de afbreking der verkleinwoorden geldt. Ik meen derhalve - al geef ik mijn gevoelen gaarne voor beter - dat men moet schrijven en af breken: Na-tje, Papa-tje, Kato-tje, Paraplu-tje, enz.
Mr. C. Bake.