Noord en Zuid. Jaargang 7
(1884)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen Bijzonder Gebruik van het Tegenwoordig Deelwoord.‘De heeren van Brederoeden hebben weleer jurisdictie ghehadt tot de Benewijcker poerte toe binnen Aemstelredamme, die opte Ossensluys plach te staen, mogtende aldaer een galch rechten ende haer gerecht setten.’Ga naar voetnoot1) Aldus begint een verhaal van de wijze, waarop de Burgemeesters van Amsterdam den heer van Brederode met spelen zijne jurisdictie binnen de stadsmuren afwonnen. Dit verhaal wordt in het hieronder aangehaalde werk uitvoerig besproken en beoordeeld. ‘Het komt voor in het handschrift van Opsy en werd in het laatst der zestiende of in den aanvang der zeventiende eeuw neergeschreven. Uit een taalkundig oogpunt beschouwd zijn de aangevoerde regels merkwaardig om het bedrijvend deelwoord van den verleden tijd, welke vorm noch in de spreektaal, noch in de schrijftaal meer voorkomt. Mogtende is deze zeldzame taalvorm; het beteekent: terwijl zij mochten, evenals mogende gelijk staat met: terwijl of daar zij mogen. Dit unieke, ofschoon zeer goed te verdedigen, mogtende brengt mij een deelwoord te binnen, dat echter in 't geheel geen recht van bestaan heeft. Vóór een aantal jaren las ik een zeker weekblad in vereeniging met een mijner buren; dit blaadje werd altijd in een portefeuille over en weer gezonden. Op zekeren morgen evenwel had de brenger bij ongeluk de ledige portefeuille overgereikt, omdat hij den inhoud verloren had. Daarop ontving ik het volgende briefje: ‘Mijnheer, den omslag heb ik ontvangen, maar de zich daarin moest bevin- | |
[pagina 362]
| |
dende krant niet.’ Dit curieuze deelwoord is mij altijd bijgebleven, ofschoon de thans hoogbejaarde uitvinder het hoogst waarschijnlijk glad vergeten is. Eindelijk vindt men bij sommige schrijvers nog een geheel verkeerd gebruik van het tegenw. deelw. dat uit het Latijn in onze taal ingeslopen is. Ik bedoel het misbruik om het gezegde in het tegenw. deelw. te zetten. indien het onderwerp uitgedrukt is: etende hij = hij eet; zijnde zij = zij is. De keel en de buik (van den sperwer) zijn witachtig grijs, zijnde de staart met zwartachtige banden bezet.’ H. Kroeze Ramaker Bekn. Nat. Hist. ‘De salamander ziet er van onderen witachtig geel en bruinachtig uit, brengende het wijfje ook levende jongen ter wereld.’ (Idem.) ‘In het vroege voorjaar moet men niet verzuimen om de jonge brandnetels als spinazie in groentesoepen te gebruiken, als leverende zij het eerst aankomende groen.’ (W.C.H. Staring, Huisboek voor den landman, 1862)
Hilversum. J.E. t. G. |
|