Ik meen echter, dat men geen van beide zegt. Het meest gebezigd worden plakker en tapijtsier. |
Schommel, goed gekend, weinig gebruikt; men zegt bij voorkeur touter. |
Achtergelend. Men schrijft achterdeel, achterstel. Achtergelend is wel wat onkiesch, en wordt weinig of nooit gebezigd; noch geschreven, noch gesproken. |
Mokken en Moppen. Het woordenboek van prof. Heremans heeft noch het een noch het ander dezer woorden. Mokken ken ik echter zeer wel. Het zijn kleine, hardgebakkene, bruine koeken, in den vorm van mastellen. |
Jantaze-kleinood - nooit gehoord. |
Zwijnaarde. Wat mag dat zijn? |
Klompen in Vlaanderen kloefen niet kloeven. |
Reiskaartje. In Vlaanderen zegt men algemeen kaartje, eenvoudig weg. 't Is nochtans mogelijk, dat er ‘Fransche Vlamingen’ zijn, die ‘coupon’ gebruiken. Het fransch, hoe geradbraakt soms ook, is toch deftiger als de moedertaal! |
Tweewoons = huis bewoond door twee families. Beter: Een huis (gebouw) van twee woningen. |
Papstoel aan den schouwmantel. Mij onbekend. Ik geloof, dat alleen juf. Loveling zelf zoo kunnen zeggen, wat dees beteekent. |
De heer Vorsterman van Oijen heeft in zijne ‘eenige aanteekeningen’ tweemalen gezegd: dit of dat is geen Vlaamsch. Ik zou wel eens willen weten, hoe die heer het woord ‘Vlaamsch’ verstaat, als een dialect (tongval), of als de taal van gansch Vlaamsch-Belgie, zooals het werkelijk het geval is.
Prof. J. van Beers zegt in zijne ‘Nederlandsche Spraakkunst’: ‘De oudste benaming, onder welke onze moedertaal bekend staat, is die van Dietsche taal.... Onder de regeering der hertogen van Burgondië nogtans werd die benaming allengs verdrongen, en men begon haar algemeen genoeg Vlaamsche taal te heeten. Dan later, toen, ingevolge des tachtigjarigen oorlogs, Zuid- en Noord-Nederland van elkander gescheiden werden, verkreeg ze in dit laatste gedeelte den naam van Hollandsch, terwijl ze in België dien van Vlaamsch behield.
Beide benamingen zijn echter even onjuist. Hollandsch en Vlaamsch maken slechts eéne taal uit, het Nederlandsch.
Sommige schrijvers beoefenen hier het West-Vlaamsch, dat de volkstaal zeer nabij komt, doch met het zuiver Vlaamsch soms zeer veel verschilt.
Oudenburg.
V. MONTMORENCY.