Vragen.
Wat is de oorsprong der volgende uitdrukkingen, of van enkele woorden daarin?
1. | Een wit voetje bij iemand hebben. |
2. | Zooals hij reilt en zeilt. |
3. | Zijn wereldschen driehoek gaan. |
4. | Wis en drie. |
5. | Op zijn Aarlanderveensch. |
6. | De kroon spannen. |
7. | Op zijne luimen liggen. |
8. | Eerst menschen en dan hangooren? |
9. | Ze zijn als koek en ei. |
10. | Zoo doof als een kwartel. |
11. | Iemand in een moeielijk parket brengen. |
12. | Op zijn liter gaan. |
Is de afleiding bekend van:
Oolijk - bezig - billijk - dagbroer - hartstikken - gemeenebest - ledig - lichtmis - preulsch - opdirken - tirelantijntje - vervelen - weinig.