Noord en Zuid. Jaargang 6
(1883)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Auteursrechtvrij
[pagina 317]
| |||||||
Vergelijkend Examenvoor de betrekkingen van
te Amsterdam.
Schriftelijk gedeelte op Maandag 24 April 1882. Bronbeek (1863).
O Bronbeek, dat op 't groen tapeet,
Ons lichtend uit een nacht van blaêren,
Den witten gevel ginds verbreedt, -
't Is of gij de' aardbol om doet varen
5.[regelnummer]
Wie naar uw stille halle treedt!
Daar ligt gij rustig in de hoede
Van de u beschermende banier,
Maar zet de phantasie in vier,
Tot zwaaiens toe der tooverroede:
10.[regelnummer]
Wat zegt het haar, dat ons gebied
Wegschemert in het enge Europe?
Dit werelddeel begrenst de hope
Der welpen van den zeeleeuw niet!
Laat vrij naar 't West die wimpel duiden:
15.[regelnummer]
Schoon 't eertijds Nieuwe-Nederland
Er 't noorden ziet in laaien brand,
Al lokt 't ‘verzuimd Braziel’Ga naar voetnoot*) in 't Zuiden,
Ze omzeilt de Kaap, zij stiert naar 't Oost,
Tot iedre wensch zijn haven vinde
20.[regelnummer]
In 't paradijs van Insulinde,
Het rijk der toekomst van ons kroost;
Waar zij 't geheim, die grootsch te borgen,
Den dichten sluier op doet slaan
In u, die tuigt hoe 's konings zorgen
25.[regelnummer]
Van de' avond reike tot den morgen
Langs dubblen wereldoceaan!
P.W.Ga naar voetnoot1. Ga naar voetnoot2. Ga naar voetnoot3. Ga naar voetnoot4) Ga naar voetnoot5. Ga naar voetnoot6. |
|