Vermakelijke woordafleidingen van Bilderdijk.
Peer, boomvrucht, is afgeleid van een zeker werkwoord pé-en, dat beteekent: een P zijn of den vorm van een P hebben. Dus is peer = de pé-er, d.i. hij, die den vorm van een P heeft.
Parel of perel is weer gemaakt van een werkwoord peren d.i., den vorm van eene peer hebben. Eene parel zou alzoo de gedaante van eene peer hebben! Bij de paarlen is de ronde vorm regel en de peervormige duurbetaalde uitzondering. Een luchtballon zou den naam van parel beter verdienen, dan der vrouwen halssieraad.
Zoo is een kolf eigenlijk ko-elig, dat is Q-achtig, want de Q heette oorspronkelijk ko.
Een wig is wellicht niets anders dan W-ig, dat is van de gedaante als eene W of eigenlijk V, want de v werd oudtijds als w uitgesproken. Eene wegge (soort van wittebrood) had haar naam van diezelfde puntige wiggedaante. 't Is altijd Bilderdijk, die spreekt, en de driehoekige aanslibbing aan den mond der groote rivieren, de delta, Δ, had hem tot deze vernuftige uitspraken verleid. Werkelijk zijn er, behalve delta, woorden, die ontleend zijn aan den vorm der letterteekens. Zoo zegt men: iemand in een ootje nemen. Dit ootje beteekent kringetje en is ontleend aan de letter O. Iemand een P op zijn neus zetten, is eigenlijk: iemand een B op zijn neus zetten, dat is een bril, om beter te zien. Zoo vindt men in de apotheek U-vormige en S-vormige buizen. Aan de gewijde Schriften zijn ontleend de uitdrukkingen: tittel noch iota, (waarvan weer in het dagelijksch leven: ik kan er geen jota van verstaan), alsmede: alpha en omega (van A tot Z).
Bloem, stam en boom komen, volgens Bilderdijk af van bloeiing, sta-ing en be-o-ing (= beaarding). Elefant, in de Oud-duitsche talen: ulbant, olfent, helfant, zou afgeleid zijn van helpen (hulp, geholpen, helfen), omdat dit dier den mensch in den landbouw en den krijg helpt, enz. enz.
Gelukkig dat de taalkundige werken van Bilderdijk door het opkomend geslacht niet meer gelezen worden, ja mogelijk reeds vergeten zijn; zijne poëtische stellen het voor dat gemis dubbel en dwars schadeloos.
J.E.t.G.
Toen Balthasar Bekker zijne Betoverde Weereld (Amst. 1691) aan een Professor ter inzage zond, kreeg hij het handschrift terug, voorzien van drie R's, namelijk eene Hollandsche, eene Grieksche en eene Hebreeuwsche, welke achter elkander aldus worden uitgesproken: Er-ro-res, Errores, dat is: Dwalingen.