Vragen beantwoord.
Vijfde Jaargang, No. 5.
Vraag 2. De hoogleeraar Brill en in navolging van hem de taalkundige Van Dale willen, dat men bijv. zegt:
De zonen van Lodewijk den Vromen.
Nu leerden wij voor dien tijd, dat we hadden te schrijven: den Vrome, op grond van overeenkomst met den rijke, den bode, enz. Mag men hier den vorm geheel negeeren door op te merken, dat de uitdrukking eigenlijk beteekent:
De zonen van den vromen Lodewijk?
Antwoord. Wanneer men schrijft: De zonen van Lodewijk den Vromen, negeert men den vorm volstrekt niet. Dit zou alleen dàn het geval wezen, wanneer Vrome een zelfstandig naamwoord was. Eertijds werd het attributieve bijvoegelijk naamwoord zoowel vóór als achter het zelfstandig naamwoord gezet: de oude knecht, de knecht oud en ook de knecht oude of de knecht de oude. Dus ook: de vrome Lodewijk, Lodewijk de vrome (adjectief).
Ter verduidelijking mogen nog de volgende voorbeelden dienen:
Ik spreek van Frederik den Wijzen (adject). Ik spreek van Confusius, den wijze van China (wijze = wijsgeer; zelfst. naamw.).
Neemt men eenmaal aan, dat vrome, wijze enz. in uitdrukkingen als: Lodewijk de Vrome, Frederik de Wijze bijvoegel. naamwoorden zijn, dan moeten deze natuurlijk ook als bijv. nw. verbogen worden. Vormen als (den) Vrome verliezen daardoor hun recht van bestaan.
G. Lzg.
Vraag 5. a. De boer ziet de ploeg drijven door de stoppels.
b. De zwaan zag den ring op de plompen drijven.
Drijven in zin a beteekent: gedreven worden.
Drijven in zin b beteekent: drijvende.
Hoe dien ik nu drijven in deze zinnen in de taalkundige ontleding te noemen?
Antwoord. Op de werkwoorden zien, hooren, laten, doen en eenige andere volgt dikwijls een zoogenaamde locatieve infinitief (zie daarover Van Helten, Nederl. Spraakkunst 2e deeltje, 2e druk, bl. 19 en 23.) B.v. Ik zie hem komen. Ik laat hem spelen. Die infinitief heeft meestal actieve, doch somtijds passieve beteekenis. Voorbeelden:
Ik zie den predikant het kindje doopen = Ik zie, dat de predikant het kindje doopt (actief).
Ik zie het kindje door den predikant doopen = Ik zie, dat het kindje door den predikant gedoopt wordt (passief).
Ik hoor den kunstenaar spelen = Ik hoor, dat de kunstenaar. speelt (actief).