Hoe verklaart men de volgende uitdrukkingen? Uit: Potgieters Proza (uitgave in een deel.) Uit: ‘Als een visch op het drooge.’
a. | Op blz. 419 wordt gesproken van: ‘(een) doppen vuurpotje, dat onze omstandigheid doet uitgaan.’ Wat beteekent dit doppen? |
b. | Op blz. 420 wordt gezegd: ‘Stamp! stamp! stamp!’ daar volgde haar een jonkman van wien ik u, deels om het flauwe schemerlicht, deels om zijn' toegeknoopten overjas, niet weet te zeggen; of hij al dan niet een kruis droeg, dat ik echter vast geloof, daar de dapperheid der Friezen boven bedenking is.’
Wat beteekent de uitdrukking: ‘een kruis dragen’ ziet dit soms op de kruistochten en het veelvuldig deelnemen der Friezen daaraan?
Uit: Hanna.’ |
c. | Hoe verklaart men de uitdrukking op blz. 462 voorkomende: ‘roer langs het lijf gesneld’ en hoe is zij ontstaan?
Uit: ‘Lief en leed in het Gooi.’ |
d. | Hoe verklaart men de, aan Hoofts Geeraerdt van Velsen ontleende spreekwijze, welke op blz. 240 voorkomt: ‘Ik leg de toortsen in den oven.’ |
P.H.F.B.
|
|