Stapel in Stapelgek.
Noord en Zuid IV 240.
Dat stapel werkelijk de beteekenis heeft van stut, steun, vastigheid, kracht, - 't Veluwsch idioom kan 't getuigen. Als de Veluwsche boer spreekt van brood of van voedsel dat bijzonder krachtig, voedend is, waarop men lang teren kan, dan zegt hij dat er stapel, houvast in dien kost zit, en dan staan eieren, erwten, boonen, vleesch bij hem in 't eerste gelid. - Ook heet sport van een stoel, in 't Veluwsch dialect stapel, in 't meervoud stapels. Werkelijk vereenigde kracht?.... Stapel gek zijn kent en is men op de Veluwe niet: men is er kruusdol, d.i. zevenmaal erger dan gek.
Aan 't Uddelermeer, 19 Mei '82
A. AARSEN.