Om zeep gaan.
Zonder de meening op bl. 285 te bestrijden en gaarne de mogelijkheid aannemende, dat het spelend vernuft eene andere beteekenis gaf aan het woord, dat in deze zegswijze zeep heet, meen ik toch op twee zaken te moeten wijzen, die wel degelijk met zeep in verband staan.
In de eerste plaats bestond eeuwen lang eene gewoonte hoogst waarschijnlijk van heidenschen oorsprong bij velen tot op den huidigen dag in gebruik gebleven, nl. om een afgestorvene vóor het ‘kisten’ te wasschen; zelfs werden de mannen geschoren. Onmogelijk is het niet, dat men, denkende aan deze handeling, die op het overlijden volgde, van een stervende zei: ‘Hij gaat om zeep!’
Ten andere wordt (of werd) Jeruzalemsche Zeep - een geneesmiddel, dat nog heden ten dage in de apotheek voorhanden is - in sommige ernstige ziekten als laatste redmiddel of als een der laatste middelen aangewend, wat wonder, dat men van een lijder in de laatste oogenblikken zeide: ‘Hij gaat om zeep.’
Als kind hoorde ik op Vlieland zelfs dikwijls: ‘Hij gaat naar Jeruzalem, om zeep’ of kortweg ‘hij gaat naar Jeruzalem’ terwijl als variant voorkwam: ‘Hij gaat naar Palermo om houten lepeltjes!’
Naar den oorsprong van dergelijke zegswijzen kan men echter dikwijls niet veel meer dan raden.
A. 24 Aug.
De Beer.