Spreekwijzen.
't Mankeert hem aan de mijten.
Deze spreekwijze heb ik wel eens op Overflakkee hooren bezigen in de beteekenis van: het ontbreekt hem aan geld. Eene mijt was het geringste geldstukje uit de vijftiende en zestiende eeuw.
Filips II liet ze voor het laatst vervaardigen in den aanvang zijner regeering en in de zeventiende eeuw was ze als betaalmiddel in onbruik geraakt. De naam leefde echter in den mond des volks nog lang voort. Eene mijt was het 48ste deel van een stuiver.