Papa en mama.
In 1874 verscheen bij Wm. H. Allen and Co. te Londen een werk getiteld Primitive and Universal Laws of the Formation and Development of Language a rational and inductive system founded on the natural Casis of Onomatops by Callistus Augustus Count de Goddes Liancourt and Frederic Pincott, met het motto:
Verba ex ‘onomatopoieîa’ oríunter.
Naturâ, revoluta, ad Naturam revertunter.
Bij de samenstelling van dit boek of liever van deze verzameling van gedeeltelijk samenhangende aanteekeningen en hoogst vermakelijke onzinnigheden is blijkbaar gebruik gemaakt van zeer nauwkeurige woordenboeken, daarom meenen we vertrouwen te moeten stellen in hetgeen we daar aangaande papa en mama vinden. De schr. hebben daar die woorden in 219 talen opgegeven en de beginletters zijn daar als volgt:
1-21, p; 23-23, b; 24-25, p; 26-28, b; 29-38, p; 39-50, f; 51-56, v; 57-59, (ha); 60-73, vocaal = o; 74-91, j, i, o; 92-112, p ....p; 113-156, b, m, p of ....m, ....p, ....b; 157-172, t; 173-181, t, p, b; 181-219, t of tt.
Wie oplette, hoe kinderen leeren spreken, weet, dat ze eerst tt en daarna pp, leeren zeggen, reden genoeg om daaruit te verklaren, dat deze vormen bijzonder door kleine kinderen gebruikt worden. Op Vlieland had men voor ruim dertig jaar en wellicht nog, voor vader en moeder de woorden taat en mem; dat mem is daar toch zeker geen verbastering van een Fransch woord. En het Joodsch-Duitsch memmele of mìmele?