Noord en Zuid. Jaargang 5
(1882)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Auteursrechtvrij
[pagina 111]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit België.Wanneer, Alleen.Het geweten van vele zuidelijke taalbroeders gevoelt zich bezwaard bovengenoemde woorden met dubbele n en dubbele l te schrijven. Weleer, weleens (?), alom, aleer, vooraleer, zeggen zij hebben den enkelen medeklinker, die volgens de etymologie vereischt wordt, bewaard; waarom dus ook niet wanneer en alleen? De redeneering, dat de enkele medeklinker alleen om der wille van de afleiding moet blijven, kan geen ernst zijn. Of moeten we ook weer eiselijk gaan schrijven en admiraal en marteraar en angborstig en slaphakken, enz.? Waarom wijkt de schrijfwijze dezer woorden in meer of mindere mate van de afleiding af? Omdat het bewustzijn der oorspronkelijke beteekenis bij het volk verdwenen is. Is dit ook niet de reden, waarom men zoo vaak bedistelen hoort voor bedisselen? Ik zou kunnen voortgaan met het noemen van voorbeelden, maar bepaal mij liever bij bovengenoemde woorden. De vraag of de dubbele n en de dubbele l geschreven mogen worden, in weerwil van de etymologie, is, dunkt mij in het bovenstaande genoegzaam bevestigend beantwoord. We zouden er nog kunnen bijvoegen, dat deze spelling niet nieuw is: Alleene vindt men steeds in den Spiegel Historiaal, in den Floris en Blancefloer in den Ferguut, enz., bij Marnix, Vondel, Hooft en bij alle goede nieuwere schrijvers. Wanneer is in zijn geheel van jongeren datum doch men sla slechts Marnix, Vondel, Hooft op, om zich te overtuigen dat de spelling met dubbelde n niet eene uit de lucht gegrepen nieuwigheid is. Zal nu de taal er iets door gebaat worden, eene schrijfwijze die zoo'n eerbiedwaardig verleden heeft, zonder eenige gewichtige reden te veranderen? Er doet zich echter eene tweede kwestie voor. Waarom, vraagt men, die andere woorden aleer, weleer en alom met enkele l? Alom heeft echter veel kans gehad denzelfden weg op te gaan als alleen (vgl. bijv. Hooft, N.H.) Ook het woord oneer heeft in dat lot gedeeld; 't komt in 't Mnl. steeds voor als onnere. Hieruit blijkt, dat onze oudere schrijvers zich minder om de atkomst dan wel om de uitspraak bekommerden. Men zeide allomme, onneer, alleen, welnu men schreef het ook. Eerst later, toen het taalbewustzijn levendig werd, begon men weer op de etymologie te letten, en vooral in die woorden, waarin de beteekenis der samenstellende deelen duidelijk bleek, werd de schrijfwijze, die met de etymologie overeenkomt, gevolgd. Allomme maakte plaats voor alom, want ieder wist dat al het eerste en om het tweede bestanddeel moest zijn. Wat kan alom anders beduiden dan geheel om. Onnere werd weder oneer, want, zoo begreep iedereen, 't beteekent | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het tegenovergestelde van eer. Aleer herkent zelfs de minstontwikkelde als geheel eer, en weleer levert evenmin etymologische moeielijkheden op. Doch thans alleen en wanneer. Het eerste had oorspr. eene dubbele beteekenis: ‘Geheel een, volkomen gelijk’, en ‘geheel eenig, onverzeld’. Om tot den tweeden zin te komen, moet men noodwendig tot eene beteekenis van een de toevlucht nemen, die er thans niet meer in ligt opgesloten namelijk die van het Lat. solus, dat bij ons alleen beteekent. Men ziet dus, dat hier de afleiding niet zoo voor de hand ligt; dat het bewustzijn van den zin der samenstellende deelen uit het bewustzijn des volks verdwenen is, en dat er dus eene natuurlijke reden bestaat, waarom de schrijfwijze alleen bleef stand houden. Wanneer. Ik bid u, wie ter wereld, die geen Hd. verstaat, en niet in onze oudere taal een weinig ervaren is, weet wat wan beteekent? De schrijfwijze waneer zou dus niets baten, daar het laatste woord al even onbegrijpelijk is als het eerste. Wan had op zich zelf reeds den zin van quando, wanneer, maar ook die van hoe (men vergelijke het 17e eeuwsche hoeneer, want hvan kon zoowel hoean of hoen worden als wan). Wan-neer is dus hoe eer, hoe vroeg, op welken tijd? Oorspronkelijk vragend werd het later ook betrekkelijk. In de uitspraak hoorde men twee n's en men schreef die ook, niet denkende aan en misschien zich onbewust van de etymologie. Terecht hebben de latere taalgeleerden deze schrijfwijze onveranderd gelaten, omdat de beteekenis der bestanddeelen in het taalgevoel des volks was verloren gegaan. Ik wil niet eindigen, vóór de behartigenswaardige woorden van J.M.D.M. uit de Vlaamsche Wacht van 1 Jan. 11., hier afgeschreven te hebben. - ‘Wij zien welke schrijfwijze in gebruik is, en welke zou moeten in gebruik zijn om ten nauwkeurigste te schrijven. Nu rijst de vraag op: hoe zal ik schrijven? Wat mij betreft: ik zou den grooten hoop volgen, die alleen, wanneer schrijven met twee l's, met twee n's, en kunnen de opstellers die aleen aleene gebruiken hunne schrijfwijze door de etymologie of 't gebruik der ouden wettigen, 't en is juist aan den eersten den besten niet toegelaten, willekeurig die baan in te slaan.’ Verder worden t.a.p. eenige ware woorden van Dr. Nassau aangehaald, die in het Nieuw Nederl. Taalmagazijn, 2e jaargang te lezen zijn. Daarop vervolgt de schrijver: ‘God gave dat menige onzer schrijvers - nochtans geen Bilderdijken! - de juistheid dier aanmerkingen van Dr. Nassau wilden inzien. Men kan wel met hert en ziel de studie der volkstale vooruitzetten, en niettemin aan de eenheid van spelling getrouw blijven. Mijns inziens zou er het debiet onzer Vlaamsche werken niets dan door winnen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zacht- en scherpheldere ee en oo.In de laatste zitting der Zuid-Nederlandsche maatschappij van Taalkunde stond op de lijst eene vraag: Dient het onderscheid tusschen de zacht - en scherplange (lees liever - heldere) ee en oo in de uitspraak bewaard te blijven? De Vlaamsche Wacht geeft van den uitslag dier bespreking een zeer mager, apodiktisch en belachelijk verward verslag: Iemand heeft nl. met ‘doorslaande’ redenen bewezen, dat het ‘zou dom handelen zijn’ met in de uitspraak der ee en oo geen verschil te laten hooren tusschen b.v. boom en goot, been en keel. De aanwezige leden waren eenparig van zijn ‘gedacht’ en drongen er op aan overal, waar het pas gaf, de verkeerde strekking tegen te gaan van eenige ‘nieuwmodische, dunbeslagen’ schoolmeesters die onzen kinderen eene uitspraak willen leeren, die regelrecht tegen de taal ingaat. Weest dus op uwe hoede, o, nieuwmodische en dunbeslagen schoolmeesters in Zuid-Nederland! Er is een kruistocht tegen u op handen en nog wel van Eerwaarde en Achtbare heeren. Hoe jammer, dat het verslag ons niet mededeelt, waarom het ‘zou dom handelen zijn’ met in de uitspraak der ee en oo geen verschil te laten hooren. Ik dacht in mijne eenvoudigheid, dat die onderscheiding vroeger algemeen moet geweest zijn; maar dat zij thans niet meer tot de beschaafde uitspraak kan gerekend worden. Het onderscheid maken tusschen de scherp- en zachtheldere ee en oo noemen wij Noord-Nederlanders ‘gewestelijk, plaatselijk’, ook wel ‘plat’ en natuurlijk ‘onbeschaafd’; en we zijn volstrekt niet gewoon de onderwijzers, die trachten hunnen leerlingen de beschaafde uitspraak te doen volgen, ‘nieuwmodische of dunbeslagen schoolmeesters’ te noemen. 't Is waar in Vlaanderen, Brabant en Zeeland is die tweeërlei uitspraak tegenwoordig nog vrij algemeen in gebruik; dit bewijst echter niets anders, dan dat men in Vlaanderen, Brabant en Zeeland ten huidigen dage nog onbeschaafd Nederlandsch spreekt, althans zij, die zich aan die fout tegen de beschaafde uitspraak schuldig maken. Iets anders is het of het acht slaan op die verschillende uitspraak geen nut kan hebben om den oorsprong eener ee of oo te bepalen. Dit nut is betrekkelijk; in vele gevallen, en wel in de meeste, staat de gewestelijke uitspraak in nauw verband met den oorsprong en derhalve ook met de spelling van den klinker; maar er doen zich ook gevallen voor, dat sommige woorden verschillend worden uitgesproken, naarmate ze van een Vlaamsche, Brabantsche of Zeeuwsche tong vloeien. Onfeilbaar is de regel dus niet. Had de Zuid-Nederlandsche maatschappij van Taalkunde de vraag | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
slechts uit het laatstgenoemde oogpunt beschouwd, namelijk het nut aangewezen, dat er in gelegen is, eene nauwkeurige aanteekening te houden van de verschillende uitspraak dier klinkers in de verschillende gewesten, wij zouden de eersten zijn, dit denkbeeld toe te juichen. Blijkens het verslag kunnen we er echter niets anders in zien dan eene poging, om de beschaafde uitspraak, die in Noord-Nederland algemeen als zoodanig is aangenomen, uit de Zuidelijke gewesten te weren, en op die wijze de scheiding tusschen Noord-Nederlandsch en Vlaamsch steeds grooter te maken. N.N.S. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijdenschappen. Begeesterd.De lezer begrijpt het reeds; we wenschen over Germanismen te spreken. We beginnen met eene kleine alfabetische lijst van Ned. woorden met het gelijkluidend Hd. woord er naast:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij, die één dezer Nederlandsche woorden (of andere dergelijke) bezigt in den zin van het gelijkluidend Hd. woord, maakt een Germanisme. Ziehier een tweede lijstje van Ned. en Hd. woorden:
Die in plaats van de eerstgenoemde goed Ned. woorden, de woorden bezigt, die in parenthesi geplaatst zijn, en de letterlijke vertaling uitmaken van de Hd. woorden, maakt een Germanisme. Ziehier nog een derde lijstje:
Daar de woorden, die in parenthesi staan, geen van allen op Nederlandsche wijze gevormd zijn en dus tegen den aard onzer taal strijden, maakt hij, die ze in den zin van de eerstgenoemde Ned. woorden bezigt (of liever in welken zin ook), een Germanisme. Laat ons nu trachten de drie gevonden kenmerken onder andere woorden te brengen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.N.S. |
|