Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 5 (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 5
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.80 MB)

Scans (26.05 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 5

(1882)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Poot.

Wanneer wij tegenwoordig spreken van een pootig wijf, bedoelen wij daarmede ‘iemand, die flinke pooten aan haar lijf heeft, die ferm de handen uit de mouw kan steken’. Dat dit pootig waarschijnlijk onstaan is uit een ouder potig, dat echter eene geheel andere beteekenis had, wordt gesteld door Prof. M. de Vries in de eerste aflevering van het tijdschrift voor Ned. Taal- en Letterkunde.

Dat er vroeger een potig bestond met de beteekenis ‘koppig, hoofdig’ wordt in dat artikel duidelijk aangetoond, zoowel uit de Woordenschat van Lodewijk Meijer, als uit de proza- en de dichtwerken van P.C. Hooft. Hieruit volgt, dat hoofd vroeger ook poot of pot moet geluid hebben, en werkelijk was dit het geval in de Noordelijke germaansche talen (Friesch, Oud-Engelsch, Zweedsch). Het voornaamste bestanddeel van een pottekast ontbreekt dus niet, wanneer wij de deelen van ons hoofd opnoemen:Ga naar voetnoot1) Tête (testa = scherf) kin (= vaatje), kaak (= vat), pot, (hersen) pan, het Engelsche pate (uit plate = schotel), schedel (= deksel), kop, (kinne -) bak.

Bij eene herlezing van Hooft's Warenar, zullen we dus voortaan, wel doen met de niet zeer vriendelijke woorden van Warenar tegen Teeuwes den kok:

‘Of wilje dat ik je voort de poot in slae?’

te vertolken door:

‘Wilt ge, dat ik je dadelijk den kop insla?’

voetnoot1)
Zie Taal en Taalstudie van Beck. Vinckers en Noord en Zuid II. 80.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken