Uit ‘de Vlaamsche Wacht.’
In eene stadsrekening van Lier, namelijk in die van 1495-1496 komt o.a. deze post voor:
‘Hem betaelt van den hernaes van den vier hemels kijnderen scoene te maken Gijelijs de Wepemaker, tsamen IIII sc. br.’
Dat is: ‘Betaald aan Gillis den wapenmaker 4 Brabantsche schellingen voor het schoonmaken van het harnasch van de vier hemels kinderen.’
Reeds bij den uitgang der middeleeuwen wist men dus op sommige plaatsen niets meer van de helden van 't epos der vier Heemskinderen? Te Lier maakte men er van: Hemelskinderen; op de meeste andere plaatsen van Nederland ging 't nog erger: Daar herschiep men de helden van 't Vroeg-middeleeuwsche epos in.... vier eeuwers! een uithangbord, dat nog heden overal te vinden is. - Reinout, Ritsaart, Writsaart en Adelaart, Heimen's heldhaftige zonen, kwaamt gij eens weer met uw beroemd strijdros Beijaart wat zoudt gij.... lachen!.... Ik voeg hierbij, dat de rekening eene vermaarde processie betrof, waarin o.a. ook de Heemskinderen met hun ros Beijaart dienst deden.