Kievit.
Prof Cosijn zegt, dat de i, van de laatste lettergreep van kievit gerekt, (Nederl. Spraakkunst Etym. § 41, 3), - Dr. te Winkel daarentegen, dat ze toonloos (Grondbeginselen der Ned. Spelling § 106) uitgesproken wordt. Wie heeft gelijk?
Volgens § 23 van prof. Cosijn's Etymologie kan de i in kievit niet toonloos zijn; anders zou ze voor de t door e moeten voorgesteld worden. Dr. v. Helten evenwel, die de i van kievit ook toonloos noemt, is het - als ik hem goed begrijp - niet geheel eens met het beweerde van Cosijn in § 23. Zie zijne Klinkers en Medeklinkers, Hoofdstuk XXIII 9, c.
Nog eens: wie heeft gelijk?
J.C.G.
Alle drie hebben gelijk. Men hoort het bewuste woord zoowel met een duidelijke i als met een onduidelijken (toonloozen) klinker uitspreken; ja, met syncope des onduidelijken vocaals, is zelfs een vorm kieft hier en daar gebruikelijk. De schrijfwijze van 't woord kan moeilijk als bewijs dienen; want ook vóór andere consonanten dan g, ng, k, nk, wordt de onduidelijke klinker door een i (en niet door een e) voorgesteld; vgl. b.v. loeris, vonnis, notaris, enz.
R.