Zulk en zoo.
In Fransche spraakkunsten treffen we den regel aan, dat men wel zegt: Un tel homme maar un si bel homme; in Engelsche, dat men zeggen moet such a man maar so great a man; in Duitsche solch ein Mann en ein solcher Mann maar ein so guter Mann.
In onze taal is het verschil tusschen zulk en zoo even groot als tusschen de bovengenoemde woorden in de andere talen. Daarom zegge men dan ook: zulk een man en een zoo groot man of zoo'n groot man.
kan bij de Genestet verdedigd worden omdat er toch eene eigenschap aangeduid wordt, ja men zou kunnen zeggen zoo'n leven is niet langer uit te houden, waar men aan een niet uitgedrukte eigenschap bij leven denkt; maar zeer stellig is het fout, ts schrijven: hij heeft zulke mooie bloemen, dat ieder hem benijdt.
Zulk is een adjektief gelijk genoeg blijkt uit de volledige verbuiging; als adverbium kan het niet verbogen worden en dit geschiedt in het laatste voorbeeld.
De uitdrukking komt hoe langer hoe meer voor en wordt (even als bijv. verzoeken) in den zin van ‘vragen om iets’ met den akkusatief, langzamerhand voor goed in de taal opgenomen en heeft dan recht van bestaan. Niettemin is met die uitdrukking der taal geweld aangedaan en bovendien een moeielijkheid te meer aangebracht bij het aanleeren van vreemde talen.