Noord en Zuid. Jaargang 4
(1881)– [tijdschrift] Noord en Zuid– AuteursrechtvrijChineesch-Nederlandsch.Het navolgende ingezonden stuk komt voor in het Bat. Handelsb.
‘Mijnheel Letacteul!
‘Ik Chinees man welk hald vool mijn lijst en vleesch, ik hool van mijn landsman in Atjeh veel te verdienen, ik ga naal Atjeh om beetje geld te verdienen omdat mijn landsman zeg geen oolog meel in Atjeh, kompagne alle soldaten zal wegzenden en politie kom in de plaats om ons alle maal te bewaken. Haija, Die Atjehnees kom 's nachts maak lawaai schiet veel geweel, veel kogels vlieg dool Chinees huizen, mijn kamelaad een man dood, twee dlie man klijgen wond, ik zeel bang, ik schleeuw hald, ik zeg Tjilaka! Hofolomi Atjehnees niet bang vool soldaten, ik loop weg, ik kom hiel. Ik vlaag Mijnheel Letacteul wanneel zal kompagne politie zenden naal Atjeh dan Atjehnees bang. zal niet meel schieten op Chineezen, en alle Chinees man zal gaan naar Atjeh en zal beginaga senang en kompagne klijgt veel winst met pacht en invoel legten, en alle eulopees man klijg alles goedkoop en dan zal spoedig ook naal Atjeh gaan. ‘Mijnheel Letacteul ‘Ik alme Chinees man ‘LIN TIAM SENG.Ga naar voetnoot1) |
|